In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel van 17 december 2015. De verdachte, geboren in 1995 en thans verblijvende in Huis van Bewaring Zwolle, was veroordeeld voor poging moord en heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzittingen van 10 maart, 30 mei en 6 juni 2017, waarbij de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen centraal stond.
De verdediging heeft betoogd dat de politieverklaringen van de getuigen niet betrouwbaar zijn en heeft verzocht deze niet voor het bewijs te gebruiken. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van de getuigen, ondanks hun aanvankelijke weigering om te verklaren, voldoende steun bieden voor de beschuldigingen tegen de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk heeft geschoten op het slachtoffer, met de aanmerkelijke kans op de dood tot gevolg. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er sprake was van voorbedachten rade, wat het hof heeft bevestigd.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zes jaren, met aftrek van voorarrest, overgenomen. De eerdere veroordeling is bevestigd, met enkele aanvullingen en verbeteringen in de gronden. De zaak benadrukt de complexiteit van het bewijs in strafzaken, vooral wanneer getuigenverklaringen in twijfel worden getrokken.