ECLI:NL:GHARL:2017:5013

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 juni 2017
Publicatiedatum
13 juni 2017
Zaaknummer
200.211.892/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens strijd met de goede procesorde

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen twee vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland. De appellanten, Salvatori Indústria e Comércio de Cosméticos Ltda. EPP en anderen, hadden hoger beroep ingesteld tegen deze vonnissen, maar het hof heeft geoordeeld dat dit in strijd is met de goede procesorde. De appellanten hadden in hun appeldagvaarding beroep ingesteld tegen vonnissen in twee afzonderlijke procedures, wat volgens de jurisprudentie niet is toegestaan, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden zoals meerdere vonnissen op dezelfde dag door dezelfde rechter of zaken die wegens verknochtheid zijn gevoegd. Het hof heeft vastgesteld dat de vonnissen niet op dezelfde dag zijn gewezen en dat er geen sprake was van voeging wegens verknochtheid. Hierdoor is de wijze van dagvaarding niet toelaatbaar en heeft het hof de appellanten niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. Tevens zijn de appellanten veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.211.892/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/17/144384 / HA ZA 15-297)
arrest van 13 juni 2017
in de zaak van

1.Salvatori Indústria e Comércio de Cosméticos Ltda. EPP,

gevestigd te São Paulo, Brazilië,

2. Pool Service Comercial Importadora e Exportadora Assessoria Internacional Ltda.,

gevestigd te Itajaï, Brazilië,

3. [appellant 3] ,

wonende te [woonplaats] , [land] ,
appellanten,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna gezamenlijk te noemen:
Salvatori c.s.,
advocaat: mr. A.H.J.W. van Schijndel, kantoorhoudend te Amsterdam, die zich heeft onttrokken,
tegen

1.[geintimeerde 1] h.o.d.n. Belma Haar Kosmetik

wonende te [woonplaats] ,

2. Belma Haar Kosmetik B.V.,

gevestigd te Harlingen,

3. Nekko Holding B.V.,

gevestigd te Leeuwarden,

4. Mastige GmbH,

gevestigd te Vaals,

5. [Holding B.V.] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

6. [geintimeerde 6] ,

wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
in eerste aanleg: eisers,
hierna gezamenlijk te noemen:
Belma Haar Kosmetik c.s.,
advocaat: mr. J.W. de Vries, kantoorhoudend te Leeuwarden.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 27 januari 2016, 26 oktober 2016 en 7 december 2016, die de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden heeft gewezen, alsmede van het vonnis in kort geding van 20 april 2016, dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Bij exploot van 27 februari 2017 is door Salvatori c.s. hoger beroep ingesteld van voornoemde vonnissen met dagvaarding van Belma Haar Kosmetik c.s. tegen de zitting van 21 maart 2017.
2.2
Bij brief van 31 maart 2017 heeft de rolraadsheer Salvatori c.s. in de gelegenheid gesteld zich uit te laten omtrent de ontvankelijkheid van het hoger beroep.
2.3
Bij brief van 13 april 2017 (abusievelijk gedagtekend op 13 maart 2017) hebben Salvatori c.s. zich uitgelaten omtrent de ontvankelijkheid van het hoger beroep. Belma Haar Kosmetik c.s. hebben hierop bij brief van 1 mei 2017 gereageerd. Hierbij hebben Belma Haar Kosmetik c.s. tevens een akte uitlating 127a lid 2 Rv, tegens houdende akte uitlating over voornemen tot instellen van incidenteel appel, genomen.

3.De beoordelingDe ontvankelijkheid

3.1
Bij voornoemde dagvaarding hebben Salvatori c.s. beroep ingesteld van vonnissen in twee afzonderlijke procedures. De goede procesorde verzet zich in het algemeen tegen het op deze wijze aanhangig maken van een geding (HR 23 december 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3252), tenzij in het bijzonder sprake is van meerdere vonnissen, op één dag door dezelfde rechter tussen dezelfde partijen gewezen in zaken die gewoonlijk verenigd aan de rechter worden voorgelegd (HR 7 maart 1980, ECLI:NL:HR:AB7499) of van zaken die wegens verknochtheid zijn gevoegd (HR 27 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO0973).
3.2
Het (eind)vonnis in de bodemprocedure van 7 december 2016 en het vonnis in de kort gedingprocedure van 20 april 2016 zijn niet op dezelfde dag gewezen. Evenmin heeft voeging wegens verknochtheid plaatsgevonden. Anders dan Salvatori c.s. klaarblijkelijk voorstaan, kan de kort gedingprocedure niet als geding binnen de bodemprocedure, dan wel als een tussenvonnis, worden beschouwd, maar betreft zij een zelfstandige procedure. Voorts is het niet aan de rechter een keuze te maken tegen welke vonnissen in welke procedure appellant geacht wordt in hoger beroep te zijn gekomen en de rechter is evenmin gehouden appellant in de gelegenheid te stellen een keuze te maken uit de procedures waartegen in een appeldagvaarding is geappelleerd. Het hof acht dan ook de wijze van dagvaarding die in dit geval heeft plaatsgevonden niet toelaatbaar, zodat ingevolgde de hiervoor aangehaalde jurisprudentie niet-ontvankelijkheid op haar plaats is.
De slotsom
3.3
Het hof zal Salvatori c.s. niet-ontvankelijk verklaren in hun hoger beroep en hen in de kosten van de procedure in hoger beroep veroordelen (½ punt, tarief II).

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
verklaart Salvatori c.s. niet-ontvankelijk in hun hoger beroep;
veroordeelt Salvatori c.s. in de kosten van de procedure in hoger beroep, tot heden aan de zijde van Belma Haar Kosmetik c.s. begroot op € 313,- aan verschotten en € 447,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. D.H. de Witte en mr. J. Smit en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
13 juni 2017.