In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1987 en woonachtig in [woonplaats], was eerder vrijgesproken van poging tot inbraak. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld, waarna het hof de zaak opnieuw heeft beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 23 december 2015 in de gemeente [gemeente] samen met anderen heeft gepoogd in te breken in een woning aan [adres 1]. De verdachte was in beeld gekomen door een project van de politie gericht op mobiele dadergroepen. Een peilbaken was op zijn voertuig geplaatst, wat leidde tot zijn aanhouding. Het hof heeft het verweer van de verdediging, dat het plaatsen van het peilbaken een vormverzuim was, verworpen. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor medeplegen van de poging tot inbraak, gezien de nauwe samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van voorarrest. De uitspraak is gedaan met inachtneming van de artikelen 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.