In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 11 oktober 2016, waarin de waarde van de onroerende zaak, een maisonnette met parkeerplaats en berging, door de heffingsambtenaar van de gemeente Ermelo was vastgesteld op € 270.000 per waardepeildatum 1 januari 2015. Belanghebbende betwist deze waarde en stelt dat de onroerende zaak een hogere waarde van € 295.000 heeft. De heffingsambtenaar handhaaft de vastgestelde waarde en verwijst naar een taxatierapport van WOZ-taxateur [B]. Het Hof heeft op 21 november 2017 uitspraak gedaan, waarbij het de waarde van € 270.000 als niet te laag heeft beoordeeld. Het Hof oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de door hem verdedigde waarde correct is, mede op basis van vergelijkingsobjecten in hetzelfde appartementencomplex. Het Hof wijst erop dat de WOZ-waarde elk jaar opnieuw moet worden vastgesteld en dat de aankoopprijs van de onroerende zaak in 2011 niet relevant is voor de waardepeildatum van 1 januari 2015. Het hoger beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.