Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Den Haag(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Schuldbekentenis
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland over een aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2011. De belanghebbende, een groothandel in sportartikelen, had een lening van € 110.000 verstrekt aan [F], een neef van de directeur en aandeelhouder [D]. De lening was omgezet van [E] B.V. naar de belanghebbende, en de vraag was of deze lening ten laste van de winst mocht worden afgewikkeld. De inspecteur van de Belastingdienst had de afwaardering van de lening niet toegestaan, omdat hij deze als onzakelijk beschouwde. Het Hof oordeelde dat de lening inderdaad onzakelijk was, omdat de omstandigheden waaronder de lening was verstrekt niet overeenkwamen met wat een onafhankelijke derde zou hebben gedaan. De inspecteur had overtuigend aangetoond dat [F] geen solide financiële basis had en dat de lening niet onder zakelijke voorwaarden was verstrekt. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.