In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2011. Belanghebbende, die activiteiten verricht onder de naam [F], heeft bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslag van € 9.243, die was gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard en het beroep tegen de uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard. Belanghebbende stelt dat zijn activiteiten als klusbedrijf en productontwikkelingsbedrijf moeten worden aangemerkt als winst uit onderneming, en dat hij recht heeft op zelfstandigenaftrek en aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk. De Inspecteur daarentegen beschouwt de inkomsten uit het klusbedrijf als resultaat uit overige werkzaamheden en betwist de bron van inkomen voor de ontwikkelingswerkzaamheden. Het Hof oordeelt dat belanghebbende in 2011 twee ondernemingen heeft gedreven en dat hij recht heeft op de (verhoogde) zelfstandigenaftrek, maar niet op de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk. Het Hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en de aanslag wordt verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil, met een vastgesteld verlies uit werk en woning van € 3.214. De Inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.736.