ECLI:NL:GHARL:2015:7634

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 oktober 2015
Publicatiedatum
12 oktober 2015
Zaaknummer
21-000658-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met bedreiging met geweld in vereniging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte is veroordeeld voor diefstal met bedreiging met geweld, gepleegd op 21 juli 2013. De verdachte en zijn medeverdachten hebben een caravan betreden waar de slachtoffers verbleven en hebben hen bedreigd met geweld om goederen te stelen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen handelingen heeft verricht die wezenlijk hebben bijgedragen aan de diefstal, waaronder het maken van dreigende opmerkingen en het meenemen van goederen. De advocaat-generaal had gevorderd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd en het vonnis van de rechtbank vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 240 uren. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd, evenals met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000658-14
Uitspraak d.d.: 15 oktober 2015
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 28 januari 2014 met parketnummer 05-720293-13 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1975] ,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 1 oktober 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. W. Vahl, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt. Het zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
primairhij op of omstreeks 21 juli 2013 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (respectievelijk)
- een mobiele telefoon (Nokia) en/of een laptop (HP, Beat by Dré) en/of een laptoptas en/of
- een mobiele telefoon (Samsung Nexus) en/of een mobiele telefoon (Lg Google Phone) en/of een I-pad en/of een laptop (HP DV7) en/of (een) sleutel(s) en/of een autosleutel en/of een ring en/of een televisie (Samsung Smart TV, 40 inch) en/of een televisie (Samsung,46 inch),
in elk geval een of meer goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan (respectievelijk)
- [slachtoffer 1] en/of
- [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- onverhoeds de caravan, waar die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] op dat moment verbleven/verbleef (camping [naam camping] , [adres] , caravannummer [volgnummer] ) heeft/hebben betreden en/of vervolgens
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben tegengehouden, toen deze die caravan wilde verlaten, en/of - (nadat die [slachtoffer 1] toestemming van verdachte(n) kreeg om de caravan te verlaten) op dreigende toon tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: "Maak geen slapende honden wakker" en/of
- op dreigende toon tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: "Ik wil geld " en/of "Ik krijg nog geld van je", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of "Je gaat toch geen gekke dingen doen?" en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp/puntig voorwerp op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of (daarbij)
- tegen die [slachtoffer 2] (met stemverheffing) heeft/hebben gezegd: "Je gaat toch geen gekke dingen doen, anders steek ik je", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben bevolen/gezegd in een hoek van de caravan te gaan en/of te blijven staan en/of diens hond bij zich te houden en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben teruggeduwd (toen deze langs (een) verdachte(n) en/of naar de voordeur wilde lopen) en/of tegen deze heeft/hebben gezegd: "Naar binnen" en/of
- (nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die caravan had(den) verlaten tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben geroepen/gezegd: "Met het kenteken ga je niets doen, he?" en/of "Als je de politie belt, dan kom ik terug om je op te zoeken en dan weet je wat je te wachten staat", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
subsidiairhij op of omstreeks 21 juli 2013 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend de caravan, waar die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] op dat moment verbleven (camping [naam camping] , [adres] , caravannummer [volgnummer] ) onverhoeds betreden en/of vervolgens
- die [slachtoffer 1] tegengehouden, toen deze die caravan wilde verlaten en/of
- (nadat die [slachtoffer 1] toestemming van verdachte(n) kreeg om de caravan te verlaten) op dreigende toon tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: "Maak geen slapende honden wakker" en/of
- op dreigende toon tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: "Ik wil geld " en/of "Ik krijg nog geld van je", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of "Je gaat toch geen gekke dingen doen?" en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp/puntig voorwerp op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of (daarbij)
- tegen die [slachtoffer 2] (met stemverheffing) heeft/hebben gezegd: "Je gaat toch geen gekke dingen doen, anders steek ik je", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben bevolen/gezegd in een hoek van de caravan te gaan en/of te blijven staan en/of diens hond bij zich te houden en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben teruggeduwd (toen deze langs (een) verdachte(n) en/of naar de voordeur wilde lopen) en/of tegen deze heeft/hebben gezegd: "Naar binnen" en/of
- (nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die caravan had(den) verlaten tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben geroepen/gezegd: "Met het kenteken ga je niets doen, he?" en/of "Als je de politie belt, dan kom ik terug om je op te zoeken en dan weet je wat je te wachten staat", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overwegingen met betrekking tot het bewijs

Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit voor zover het ziet op – kort gezegd – diefstal in vereniging. Voor wat betreft de strafverzwarende bestanddelen heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat deze niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van al het tenlastegelegde bepleit wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De raadsman heeft zich ten eerste op het standpunt gesteld dat verdachte
geen opzet– in welke vorm dan ook – heeft gehad op het tenlastegelegde. Voorts heeft hij zich op het standpunt gesteld dat er
geen sprake is van medeplegen, nu er geen bewuste en nauwe samenwerking was tussen verdachte en zijn medeverdachten.
Beoordeling door het hof
Het hof is van oordeel dat de door de verdediging gevoerde verweren strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde worden weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Ten aanzien van de
bedreiging met geweldoverweegt het hof ten overvloede het volgende.
Naar het oordeel van het hof vereist een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘bedreiging met geweld’ niet een bedreiging met één of meer van de in artikel 285 Wetboek van Strafrecht vermelde misdrijven. Van een bedreiging met geweld kan ook sprake zijn indien de daders een dermate bedreigende situatie hebben gecreëerd dat de vrees van de slachtoffers voor geweld van hun zijde gerechtvaardigd is. [1] Blijkens de verklaringen uit het dossier en de verklaring van verdachte ter zitting van het hof stond verdachte in de deuropening, hing er een (zeer) dreigende sfeer in de caravan en werden er boze dreigende opmerkingen gemaakt. Verdachte merkt naar eigen zeggen ter terechtzitting van het hof op dat hij voelde dat het ‘geen zuivere koffie was’ en dat hij ‘zich kon voorstellen dat het niet leuk was voor slachtoffer [slachtoffer 1] ’. Uit deze feiten en omstandigheden leidt het hof af dat er een dermate bedreigende situatie is gecreëerd door verdachte en de medeverdachten dat de vrees van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] voor geweld gerechtvaardigd te noemen is.
Ten aanzien van het
medeplegenen het
opzetoverweegt het hof het volgende.
Voor medeplegen van een strafbaar feit is vereist dat sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de betrokken personen, gericht op de totstandkoming van het delict. Daarnaast moet de van medeplegen verdachte persoon aan de totstandkoming van het delict een wezenlijke bijdrage hebben geleverd. Daarbij is niet doorslaggevend dat de van medeplegen verdachte persoon ook een daadwerkelijke uitvoerder is geweest of alle handelingen van het strafbare feit zelf moet hebben verricht; ook een andere rol kan leiden tot de conclusie dat de verdachte een wezenlijke bijdrage aan de voltooiing van het delict heeft geleverd. [2]
Naar het oordeel van het hof is er sprake van een bewuste en nauwe samenwerking. Verdachte is samen met zijn medeverdachten met zijn auto in de vroege ochtend van 21 juli 2013 naar [plaats] gereden en aldaar de caravan van [slachtoffer 2] binnengegaan. Verdachte heeft voorts concrete uitvoeringshandelingen verricht. Deze handelingen bestaan onder meer daarin dat verdachte samen met de twee anderen in de vroege ochtend in de caravan is binnengedrongen, dat hij in de deuropening heeft gestaan en dat hij opmerkingen met een bedreigende toon heeft gemaakt terwijl [medeverdachte 1] er met [slachtoffer 2] over sprak dat hij geld dan wel goederen wilde hebben, dat hij de televisie van [slachtoffer 2] respectievelijk [slachtoffer 1] heeft losgekoppeld en onder zijn arm heeft meegenomen en achterin zijn auto heeft gelegd en dat hij vervolgens samen met de anderen met de auto is vertrokken. Daarmee heeft verdachte een substantiële bijdrage geleverd aan het tenlastegelegde feit.
Voor wat betreft de wederrechtelijkheid merkt het hof op dat er, ook al zou [slachtoffer 2] op enig moment iets hebben gezegd als ‘nou, neem dan maar mee’, geen sprake is van een rechtsgeldige toestemming. Het hof wijst in dat verband op de gedragingen van verdachte en zijn medeverdachten, waardoor de grenzen van de betamelijkheid verre werden overschreden. [3] Ook verdachte moet zich dat hebben gerealiseerd. Dit blijkt onder meer uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting van het hof waarin hij aangeeft dat er ‘een gespannen sfeer heerste in de caravan’ en hij zich realiseerde dat het ‘geen zuivere koffie was’.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primairhij opof omstreeks21 juli 2013 te [plaats] , tezamen en in vereniging meteen ander ofanderen,althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (respectievelijk)
- een mobiele telefoon (Nokia) en/ofeen laptop (HP, Beat by Dré) en/ofeen laptoptas en/of
- een mobiele telefoon (Samsung Nexus) en/ofeen mobiele telefoon (Lg Google Phone) en/ofeen I-pad en/ofeen laptop (HP DV7) en/of(een) sleutel(s) en/ofeen autosleutel en/ofeen ring en/ofeen televisie (Samsung Smart TV, 40 inch) en/ofeen televisie (Samsung,46 inch),
in elk geval een of meer goed(eren) geheel of ten deletoebehorende aan (respectievelijk)
- [slachtoffer 1] en/of
- [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/ofvergezeld en/ofgevolgd vangeweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken en/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s)hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond(en)dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- onverhoeds de caravan, waar die [slachtoffer 1] en/ofdie [slachtoffer 2] op dat moment verbleven/verbleef(camping [naam camping] , [adres] , caravannummer [volgnummer] )heeft/hebben betreden en/ofvervolgens
-die [slachtoffer 1] heeft/hebben tegengehouden, toen deze die caravan wilde verlaten, en/of-(nadat die [slachtoffer 1] toestemming van verdachte(n)kreeg om de caravan te verlaten)op dreigende toon tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebbengezegd: "Maak geen slapende honden wakker" en/of
- op dreigende toon tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: "Ik wil geld " en/of "Ik krijg nog geld van je", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of "Je gaat toch geen gekke dingen doen?" en/of (vervolgens)
-een mes, althans een scherp/puntig voorwerp op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of (daarbij)
-tegen die [slachtoffer 2] (met stemverheffing) heeft/hebben gezegd: "Je gaat toch geen gekke dingen doen, anders steek ik je", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
-die [slachtoffer 2] heeft/hebben bevolen/gezegd in een hoek van de caravan te gaan en/of te blijven staan en/of diens hond bij zich te houden en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben teruggeduwd (toen deze langs (een) verdachte(n) en/of naar de voordeur wilde lopen) en/of tegen deze heeft/hebben gezegd: "Naar binnen" en/of
-(nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die caravan had(den) verlaten tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben geroepen/gezegd: "Met het kenteken ga je niets doen, he?"en/of "Als je de politie belt, dan kom ik terug om je op te zoeken en dan weet je wat je te wachten staat",althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

Het vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het primaire feit (voor wat betreft ‘diefstal in vereniging’) wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met een proeftijd van 3 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de door de rechtbank opgelegde straf niet in verhouding staat tot het aandeel dat verdachte in het tenlastegelegde feit heeft gehad. Voorts heeft de raadsman uitdrukkelijk gewezen op de persoon van de verdachte, met name waar het gaat om de verstandelijke vermogens en kwetsbaarheden van verdachte
.
Oordeel van het hof
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte is op 21 juli 2013 samen met twee anderen met zijn auto naar [plaats] gereden. Verdachte en de verdachten zijn daar omstreeks 06.00 uur onverhoeds de caravan van de slachtoffers binnengegaan. In de caravan heerste een gespannen sfeer, er werden dreigende opmerkingen gemaakt en er zijn verschillende voorwerpen meegenomen. Door zo te handelen heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de slachtoffers, evenals op het recht op privacy. Een dergelijk feit veroorzaakt bovendien, naast schade en overlast, gevoelens van onveiligheid bij de slachtoffers.
In beginsel past een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur bij een feit zoals bewezen is verklaard. Naar het oordeel van het hof sluit de straf zoals opgelegd door de rechtbank dan ook onvoldoende aan bij de ernst van het feit. Het hof voelt zich echter enigszins beperkt in de strafoplegging, gezien de veroordeling van medeverdachte [medeverdachte 1] tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden en van [medeverdachte 2] tot 240 uur taakstraf. Beiden zijn niet in hoger beroep gegaan. Uit het dossier blijkt duidelijk dat medeverdachte [medeverdachte 1] de initiator is geweest van het incident. Het hof zal verdachte dan ook niet zwaarder bestraffen dan [medeverdachte 1] .
Uit een verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 3 september 2015 blijkt dat hij in het verleden veelvuldig in aanraking is geweest met politie en justitie ter zake van onder meer gewelds- en vermogensdelicten. In het voordeel van verdachte spreekt dat hij de afgelopen jaren niet is veroordeeld voor strafbare feiten.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf, beide van de hierna aan te geven duur, passend en geboden is en dat daarmee kan worden volstaan.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. R.H. Koning, voorzitter,
mr. J.A.W. Lensing en mr. M.A.F. Cools-Weebers, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. F.A.A.M. van der Veen, griffier,
en op 15 oktober 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. M.A.F. Cools-Weebers is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 15 oktober 2015.
Tegenwoordig:
mr. Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter,
mr. M.J.M van der Mark, advocaat-generaal,
mr. I.H.A. Bijl, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.

Voetnoten

1.Zie o.a. HR 22 maart 1988, NJ 1988, 785, HR 29 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ6967, HR 22 maart 1988, ECLI:NL:HR:1988:AD0225.
2.Onder meer HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474, HR 14 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:929, HR 7 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1808 en ECLI:NL:HR:2015:1794.
3.Vgl. HR 9 februari 1971, NJ 1972/1.