Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakte proces-verbaal (pagina 34 e.v. van het proces-verbaal met nummer PL031S 2010063956), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant [verbalisant 1]:
Op 25 mei 2010 om 12:43 uur heeft er een doorzoeking plaats gevonden in de woning gelegen aan de [a-straat 1] te Assen in het kader van de Wet Wapens en Munitie en de Opiumwet. Dit naar aanleiding van een aangifte van huiselijk geweld. De aangeefster [betrokkene 1], verklaarde dat de verdachte [verdachte] haar een pistool tegen haar hoofd had gezet. Tevens was er informatie dat er een hennepkwekerij van [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte, [verdachte]) in de woning bevond. Dit had de aangeefster tegen de collega's [verbalisant 2] en [verbalisant 3] op 13 mei 2010 verteld (PV nr. 2010029008-2). Op zolder werd een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen.
De volgende gegevens gekregen van Enexis:
[a-straat 1] te Assen:
Contractant [verdachte], M, [geboortedatum].1971, sinds 23.06.09.
Ik, verbalisant [verbalisant 1], zag dat er op zolder van de woning een hennepkwekerij was ingericht. Ik zag dat men bezig was geweest om hennep in de hennepkwekerij te oogsten.
Ik zag dat de kweekruimte een afmeting van ongeveer 5 bij 7 meter had.
Op de grond stonden er in totaal 212 zwarte plastic bloempotten, met daarin in totaal 212 hennepplanten met een gemiddelde hoogte van ongeveer 50 a 60 cm.
In beslag werd genomen: 212 vrouwelijke hennepplanten.
2. Het in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakte proces-verbaal (pagina 50 van het proces-verbaal met nummer 2010013299/2010029008), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant [verbalisant 1]:
Het testmateriaal maakt deel uit van een hoeveelheid van 212 volgroeide hennepplanten uit de hennepkwekerij in de woning aan de [a-straat 1] te Assen.
De kleuromslag, na het in contact brengen met het testmateriaal in de testampul, ging over van kleur helder grijs naar helder rood. Dit is een indicatie voor het Opiumwetmiddel cannabis/hennep, als vermeld op de lijst II van de Opiumwet.
3. Het in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakte proces-verbaal (pagina 68 e.v. van het proces-verbaal met nummer PL031S 2010029008-44), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte:
V: Omschrijf de derde verdieping van de woning [a-straat 1] in Assen eens?
A: Er zat een wietplantage en er zou de eerste keer geoogst worden. En [betrokkene 1] zou een gedeelte van het geld krijgen. Ik denk de helft maar dat weet ik niet precies. Ze had een gedeelte van het geld verwacht van deze oogst.
A: Ik heb de personen geregeld die de wietplantage gemaakt hebben.
V: Laten we twee weken voor nemen en eind mei 2010 ben je opgepakt.
A: Volgens mij waren ze toen al klaar. De oogst was zo een beetje klaar.
V: Hoe weet je dat?
A: Ze zeiden dat het ongeveer 8, 9 weken zou duren.
V: Zolang heeft die er wel in gezeten?
A: Ja wel 8 weken. Vanaf toen was de deur op slot.
V: Dus halverwege februari is die aangelegd?
A: Nou reken uit.
V: Dat doe ik, halverwege mei tellen we drie maanden terug, dat is februari.
A: Nou 8, 9 weken voor een oogst, misschien tien. En dan nog twee week voor het bouwen of zo.
V: Waarom zouden die mensen dat geld aan jou geven?
A: Omdat ik mensen heb geregeld die voor haar de plantage hebben gemaakt. Ik stond er tussenin.
V: Dus de betaling zou ze krijgen via jou?
A: Ja.
A: Ik ben wel op zolder geweest en in het hok voor de plantage.
Op 20 september 2010 werd de verdachte [betrokkene 2] gehoord en verklaarde: De woning aan de [a-straat 1] te Assen heb ik vanaf 11 april 2008 gehuurd. Ik heb de woning begin 2009 gemeubileerd aan [betrokkene 1] verhuurd."