Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Almelo(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Hof: overtreding artikel 68, lid 2, aanhef en onder a en artikel 69, lid 2, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR)] verweten gedraging bewezen in de zin van medeplegen. Verdachte heeft, terwijl zij de verantwoordelijkheid droeg voor het doen van de aangifte omzetbelasting, haar partner zijn gang laten gaan, zonder enige inhoudelijke controle. Zij heeft hem daartoe haar password en wachtwoord ter beschikking gesteld, terwijl zij er van op de hoogte moet zijn geweest dat er problemen waren rond de omzetbelasting van het inmiddels failliete bedrijf van haar partner [B]. Verdachte heeft ten minste in voorwaardelijke zin opzet gehad, nu zij dusdoende de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat er een onjuiste aangifte zou worden gedaan.