Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Berkelland(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de waardevaststelling van agrarische bedrijfsgebouwen voor de Wet WOZ. De heffingsambtenaar van de gemeente Berkelland had de waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat] 4 te [Z] vastgesteld op € 712.000, wat leidde tot een onroerende-zaakbelasting (OZB) van € 1.074 voor het jaar 2012. Belanghebbende, de eigenaresse van de onroerende zaak, ging in bezwaar tegen deze beschikking, maar de heffingsambtenaar handhaafde zijn besluit. De rechtbank Gelderland verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond en verlaagde de waarde tot € 650.000. Belanghebbende ging vervolgens in hoger beroep, waarbij zij een verdere verlaging van de waarde tot € 350.000 eiste, en ook een proceskostenvergoeding voor de taxateur die bij de zittingen aanwezig was.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk had gemaakt dat de door hem verdedigde waarde van € 650.000 niet te hoog was. Het Hof stelde de waarde van de onroerende zaak uiteindelijk in goede justitie vast op € 550.000. Daarnaast werd de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van de proceskosten van belanghebbende, die in totaal € 1.418 bedroegen, inclusief de kosten voor de taxateur en verletkosten voor de zoon van belanghebbende. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en de aanslag OZB werd dienovereenkomstig aangepast.