ECLI:NL:HR:2004:AP1375
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de waardering van onroerende zaken en de betekenis van taxatierapporten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 19 maart 2003, nr. BK-02/00406, betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken. De Hoge Raad behandelt de waardering van onroerende zaken en de betekenis van taxatierapporten in het kader van de Wet WOZ. De waarde van de onroerende zaken aan de a-straat 1, 2 en 3 te Q was vastgesteld op respectievelijk ƒ 116.000, ƒ 116.000 en ƒ 128.000. Na bezwaar van belanghebbende heeft de directeur van de Dienst Algemene Zaken van de gemeente Leeuwarden de waarde van de onroerende zaak a-straat 1 nader vastgesteld op ƒ 111.000, terwijl de overige beschikkingen werden gehandhaafd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarop belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof bij zijn waardering van de taxatierapporten ten onrechte heeft aangenomen dat deze geen of minder betekenis hebben omdat de waarden niet zijn bepaald volgens de voorgeschreven methode in de Uitvoeringsregeling. De Hoge Raad benadrukt dat de regels in de Uitvoeringsregeling hulpmiddelen zijn, maar dat de uiteindelijke toetssteen de waarde is zoals omschreven in artikel 17, lid 2, van de Wet waardering onroerende zaken. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing. Tevens wordt de gemeente Leeuwarden gelast om het griffierecht van € 87 aan belanghebbende te vergoeden. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, dit zal door het verwijzingshof worden beoordeeld.