Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Emmen(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 juni 2015, staat de vraag centraal of de boekwinst van € 2.833.523, behaald door [X] B.V. bij de verkoop van onroerende zaken, moet worden gerekend tot de belastbare winst van het jaar 2009. De zaak is een hoger beroep tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, die eerder de aanslag vennootschapsbelasting had gehandhaafd. De Inspecteur had de aangifte van belanghebbende gecorrigeerd, wat leidde tot een aanslag van € 3.038.439. Belanghebbende betwistte de correctie en stelde dat de boekwinst niet belastbaar was, omdat deze was afgeboekt op de aanschaffingskosten van nieuwe onroerende zaken die eerder waren aangekocht. De Inspecteur daarentegen stelde dat er sprake was van fraus legis, omdat de transacties zo waren ingericht dat de belastingheffing werd ontweken.
Tijdens de zitting op 28 april 2015 werd duidelijk dat beide partijen het erover eens waren dat de nieuwe onroerende zaken eenzelfde economische functie vervulden als de oude onroerende zaken. Het Hof oordeelde dat de herinvesteringsreserve niet meer bestond op het moment van de belangenwijziging, omdat de herinvestering in de nieuwe onroerende zaken al had plaatsgevonden. Het Hof volgde de argumentatie van de Inspecteur dat de transacties waren opgezet met het doel om belastingheffing te vermijden, en dat de voorwaarden voor fraus legis waren vervuld.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De beslissing benadrukt de noodzaak voor belastingplichtigen om transparant te zijn in hun fiscale transacties en de risico's van belastingontwijking door middel van complexe structuren.