Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
4.Slotsom
€ 1.788,-(2 punten x tarief II)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 april 2015 uitspraak gedaan in een incident ex artikel 28 EEX-Verordening. De zaak betreft een hoger beroep van Ageas S.A/N.V. tegen de stichting Stichting Investor Claims Against Fortis. Ageas, als rechtsopvolgster van Fortis N.V., heeft in eerste aanleg een vordering tot aanhouding ingediend, omdat er een samenhangende procedure loopt in België tegen Fortis/Ageas door Deminor International en andere beleggers. Het hof heeft de vordering tot aanhouding afgewezen, omdat de Belgische en Nederlandse procedures feitelijk en juridisch te verschillend zijn. Het hof oordeelt dat de belangen van de stichting bij een voortvarende afhandeling van de Nederlandse zaak zwaarder wegen dan de belangen van Ageas om niet in twee procedures te moeten procederen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 november 2012, en verwijst de zaak terug naar de rechtbank Midden-Nederland voor voortprocederen. Ageas wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de stichting zijn vastgesteld op € 2.471,-, te vermeerderen met wettelijke rente.