Uitspraak
1.[appellant 1],
[appellant],
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van de procedure
- een akte na antwoord tevens houdende akte overlegging producties van [appellant];
- een akte van depot van [appellant];
- een antwoordakte van [geïntimeerde] (met producties).
De feiten
"
5.1.De onroerende zaak zal aan koper in eigendom worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken, heersende erfdienstbaarheden en kwalitatieve rechten, en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan.
(…)
5.3.De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn. Koper is voornemens de onroerende zaak te gebruiken als:
Woonhuis voor permanente bewoning.
Indien de feitelijke levering eerder plaatsvindt, zal de onroerende zaak op dat moment de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn.
Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn, noch voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst."
3.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
1. gedaagden te veroordelen om aan eisers te betalen de kosten ten bedrage van € 7.428,76 (inclusief btw), ter zake de noodzakelijke herstelwerkzaamheden ten aanzien van de verzakte vloer;
[appellant] heeft aan deze vordering een tekortkoming bestaande uit non-conformiteit (artikel 7:17 BW) ten grondslag gelegd.
4.Vermeerdering van eis in hoger beroep
5.De beoordeling in de hoofdzaak
Grief IIis gericht tegen rechtsoverweging 5.7, waarin de kantonrechter ten overvloede overweegt dat [appellant] onvoldoende heeft onderbouwd dat de oorzaak van de verzakking van de vloer is gelegen in het feit dat deze op zand is gestort.
Grief IIIis gericht tegen de overweging van de kantonrechter dat [appellant] onvoldoende heeft onderbouwd dat hij - op basis van door [geïntimeerde] verstrekte informatie - mocht verwachten dat de vloer was gefundeerd op een wijze zoals door hem bedoeld, zodat de omstandigheid dat de vloer niet is gefundeerd, niet kan leiden tot het oordeel dat sprake is van non-conformiteit (rechtsoverweging 5.8). De grieven lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.
Toetsingskader
De vordering van [appellant] dient te worden beoordeeld aan de hand van de artikelen 5.1 en 5.3 van de koopovereenkomst (zie onder 2.1.1). Indien partijen bij de schriftelijke vastlegging van hun overeenkomst gebruikmaken van een standaardakte waarin een beding voorkomt dat, zoals art. 5.3 van de standaard NVM-koopakte, als voorgedrukte verklaring van de verkoper bevat dat de verkochte zaak de feitelijke eigenschappen zal bezitten die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn, zal uitgangspunt voor de uitleg van dit beding dienen te zijn dat 'normaal gebruik' betrekking heeft op wat daaronder naar gangbaar spraakgebruik wordt verstaan ten aanzien van de grond alsmede van de ten tijde van de verkoop zich daarop bevindende bebouwing (HR 23 december 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU2414). Onder 'normaal gebruik' wordt in het algemeen verstaan dat de veiligheid van de woning in voldoende mate gewaarborgd dient te zijn, dat sprake dient te zijn van een redelijke mate van duurzaamheid en dat het woongenot niet wezenlijk wordt aangetast.
Oorzaak verzakking?
"(…)
Bovenstaande tekst geeft aan wat een grondlaag doet in Veen/Klei basis, deze zal in de loop van de tijd inklinken en daarmee veroorzaakt dit een verzakking van de ondergrond.
De grondlaag die wij op de [adres] aantreffen is een combinatie van veen en klei.
(…)
De vloer rust op deze zwakke/instabiel ondergrond en deze zal dan ook te allen tijde verzakken.
Conclusie(…)
Er is mijns inziens tijdens het bouwen van de aanbouw en het storten van de vloer niet goed nagedacht over de ondergrond, constructies enzovoorts, er lijkt gebouwd te zijn met een zo laag mogelijke kostprijs als uitgangspunt. Vaak kiest men voor een vloer op zand om de kosten van funderingen en vloeren zo laag mogelijk te houden, een vloer op zand gestort is goed te maken maar dan in een gebied met zandgrond waar een vaste ondergrond op 800 mm diepte zit. Deze gronden worden vrijwel nergens in Nederland meer aangetroffen zodat bijna bij elk bouwproject geheid dient te worden.
(…)"
Ongeschikt voor normaal gebruik?
"(…)
Schade zoals bij deze woning en op deze ondergrond openbaart zich pas na een aantal jaren na de bouw. De vloer is verzakt, muren scheuren mee en het aangebrachte leidingwerk onder de vloer komt onder spanning te staan, kortom risico's die een normaal gebruik van de woning in de weg staan.
In dit soort van schadegevallen zal men tijdig op een deugdelijke manier moeten ingrijpen, drastische maatregelen moeten uitvoeren om een gezonde toestand te creëren die een woning de veiligheid bieden die deze moet hebben volgens het Bouwbesluit, onderdeel bestaande woningen/gebouwen.
(…)
Indien er op korte termijn geen tijdige herstelwerkzaamheden aan de vloer zullen plaatsvinden, kunnen/zullen de gevolgschades groot zijn: aan-en afvoerleidingen zullen knappen, verder verzakken van binnenmuren en plafond tot ze loskomen van de buitenmuur en omvallen/instorten. Hierdoor kan niet op een veilige wijze met bepaalde mate van duurzaamheid in de woning worden gewoond.
Een normaal gebruik van de woning zal dan niet meer mogelijk zijn.
(…)"
geenbetegeling aangegeven, zodat hij ervan uit mocht gaan dat de aanbouw gefundeerd was. [geïntimeerde] heeft hem niet meegedeeld dat de vloer van de aanbouw op zand was gestort noch werd dit elders in de verkoopbrochure vermeld (akte na antwoord onder 5). Bovendien heeft hij tijdens de bezichtiging van de woning niet kunnen constateren dat de vloer van de aanbouw niet gefundeerd was.
"(…)
het zakken van de vloer is waarschijnlijk te wijten aan de gekozen manier van aanbrengen, 19 jaar geleden. De vloer die destijds gestort is, is bedoeld als bodem afdekking en niet als constructieve vloer. Op tekening W1 van ingenieursburo [Y] d.d. 02-12-1994, is duidelijk aangegeven dat er in eerste instantie tegels zouden worden aangebracht en geen constructieve vloer.
De zetting van de ondergrond met als gevolg het zakken van de vloer is begonnen vanaf de dag dat de vloer gestort is. Immers op dat moment werd de ondergrond belast door het gewicht van de vloer, een zogenaamde "statische belasting". Dat dit verwacht werd door de aannemer blijkt uit de volgende foto's:
[Foto's van de aangebrachte dilatatie.]
Het begrip dilatatie heeft verdere uitleg nodig.
Tussen de kopse kant van de gestorte garagevloer en het verticaal opgaande metselwerk is in dit geval een verticale flexibele voeg aangebracht, dit noemen bouwkundigen een dilatatie. Het doel van een dilatatie is om 2 verschillende materialen, in dit geval beton en steen, afzonderlijk van elkaar te kunnen laten werken. Hierbij kan men denken aan krimpen en uitzetten ten gevolge van temperatuurverschillen, of aan het kruipen (uitzetten) van het beton en in dit geval aan het zakken van de vloer ten gevolge van het zetten van de ondergrond.
(…)
Het zal duidelijk zijn dat het zakken van de betonvloer geen schade kan aanrichten aan het opgaande metselwerk en al helemaal niet boven in de gemetselde gevel. De gevelmuren rusten immers op de fundering.
[Foto's]
De oorzaak van de schade aan het metselwerk bij de regenpijp is waarschijnlijk veroorzaakt doordat de buurman zijn platdak constructie heeft verankerd aan 'half' steens metselwerk. (…)
De heer [deskundige 1] stelt verder in zijn rapport dat de zetting van de ondergrond altijd zal doorgaan en op termijn de zaak onhoudbaar zal maken. Dit is onjuist, de zetting van de ondergrond is 19 jaar geleden begonnen en betreft circa 3 cm. De heer [Y] en de heer [Z] van de gemeente onderschrijven beide dat dit zeer gering is voor de gekozen fundering van de vloer. Verder is het zo dat hoe meer de grond gezet is (verdicht is), hoe meer tegendruk hij heeft ontwikkeld. Immers iets wat zacht is kan men indrukken, iets wat samenperst is veel minder makkelijk.
(…)
Het gaat te ver om uit te leggen dat uit de statische berekeningen en de paalbelastingen, blijkt dat er makkelijk een vloer op constructieve manier gemaakt had kunnen worden op de aanwezige fundering.
Veel éénvoudiger is om te constateren dat bij de rechter buurman wel een constructieve vloer is opgelegd op exact dezelfde fundering als bij [adres], zie tekening W1 van ingenieursburo [Y]. Onder fundering van [adres] staan 7 heipalen en bij de rechter buurman 6 stuks. Hierdoor is het klip en klaar, dat er helemaal niet gesloopt hoeft te worden om te kijken hoe het zit en al helemaal duidelijk, dat als er een constructieve vloer gemaakt moet worden bij [adres] dit zonder verdere funderingsmaatregelen kan. Van heiwerk kan geen sprake zijn, zoals het rapport van de heer [deskundige 1] wel aanbeveelt. De palen worden thans niet boven hun streefwaarde belast.
De binnenwanden laten nu los van de gezakte betonvloer, zie onderstaande foto.
[Foto]
Dit is te verklaren door het feit dat de wanden zijn verankerd aan de balklaag van het platte garage dak, de vloer iets is gezakt en de wanden niet of nauwelijks. Er ontstaan wel spanningen doordat de binnenwanden nu hangen aan de dakconstructie.
(…)"
Slotsom