ECLI:NL:GHARL:2015:1085
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.W. Steeg
- L.J. de Kerpel – Van de Poel
- S.M. Evers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de privé-verschuldigdheid van advocatendeclaraties en de verhouding tot bijzondere rechtsgang ingevolge de artikelen 32-40 WTBZ
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna aangeduid als [appellante], tegen een uitspraak van de kantonrechter. De zaak betreft de vraag of [geïntimeerde], die in privé aansprakelijk was voor bepaalde huurpenningen, ook aansprakelijk is voor de advocatendeclaraties die zijn ingediend door haar advocaat, mr. J. van Delft. Het hof heeft de feiten van de zaak vastgesteld, waarbij het hof opmerkt dat mr. van Delft in de periode van 2002 tot 2010 rechtsbijstand heeft verleend aan [geïntimeerde] en haar vennootschap [A. B.V.]. De advocaat heeft verschillende declaraties ingediend, maar [geïntimeerde] heeft betwist dat zij persoonlijk aansprakelijk is voor deze kosten. Het hof heeft de eerdere beslissing van de kantonrechter vernietigd, omdat het hof van oordeel is dat [geïntimeerde] in de kwestie Rabobank wel degelijk als opdrachtgever heeft opgetreden. De vordering van [appellante] is toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Het hof heeft geoordeeld dat de eerdere afwijzing van de vorderingen door de kantonrechter niet terecht was, en heeft de kosten van beide instanties gecompenseerd.