In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin de vorderingen van [appellant 1] tegen de Gemeente Noordoostpolder zijn afgewezen. [Appellant 1] had de gemeente aangeklaagd wegens onrechtmatig handelen, omdat de gemeente een bouwvergunning voor de vervanging van de turbinegondel van een windturbine had geweigerd. De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet onrechtmatig had gehandeld, omdat de aanvraag in strijd was met het bestemmingsplan. In hoger beroep heeft [appellant 3] zich als belanghebbende gepresenteerd, maar het hof oordeelde dat [appellant 3] geen rechtstreeks belang had bij de vergunningaanvraag, omdat haar belang afgeleid was van de afspraken tussen [appellant 1] en de eigenaar van het perceel. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bekrachtigd en de vorderingen van [appellant 1] en [appellant 2] verworpen. Het hof heeft ook de kosten van het hoger beroep aan de zijde van de gemeente vastgesteld op € 11.685,- voor salaris en € 4.713,- voor verschotten.