Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Univé,
de Staat,
1.Het geding in eerste instantie
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
dinsdag 11 november 2014voor uitlating partijen (akte/pleidooi/arrest/doorhaling).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep van N.V. Univé Schade tegen de Staat der Nederlanden, specifiek het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat. De zaak betreft een vordering van de Staat die in eerste aanleg door de rechtbank Overijssel is behandeld. De Staat vorderde schadevergoeding van Univé, die de wettelijke aansprakelijkheid van een verzekerde, [X], betrof. De schade was ontstaan door een brand in de auto van [X] op 28 april 2010, die schade aan het wegdek veroorzaakte. In eerste aanleg werd Univé toegelaten tot bewijslevering over de vraag of [X] de auto tijdig had stilgezet na het branden van het waarschuwingslampje.
In hoger beroep heeft de Staat haar vordering uitgebreid door een nieuwe grondslag aan te voeren, namelijk dat [X] niet conform het instructieboekje van de auto heeft gehandeld. Univé verzet zich tegen deze eiswijziging, omdat zij meent dat dit in strijd is met de goede procesorde en haar de mogelijkheid ontnemen om in twee instanties te debatteren over de grondslag van de vordering. Het hof overweegt echter dat de wet een eiswijziging toelaat en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van deze regel rechtvaardigen.
Het hof concludeert dat de eiswijziging van de Staat toelaatbaar is en dat de bezwaren van Univé tegen deze wijziging worden verworpen. De zaak wordt verwezen naar de rol voor verdere procedurele stappen. De beslissing is genomen op 28 oktober 2014 door mr. J.H. Kuiper, rolraadsheer, en is openbaar uitgesproken.