Uitspraak
[appellante],
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerden],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
De verdere beoordeling
"De gegevens in de opdrachtbevestiging en de uitsplitsing die hierin is gemaakt, is veel
"Op basis van de opdrachtbevestiging en prijzen uit die tijd kan gesteld worden dat de
"De eerste voorcalculatiestaat die gegeven is, wijkt nogal af. De marge op bruto materiaal is
"Ook in deze tabel zijn de percentages niet één op één terug te vinden, behalve die van de
"Op basis van de gepresenteerde aanbieding met prijssamenstelling en de voorcalculatie
De prijspeilen zijn conform wat in 2001 verwacht kan worden.
De deskundige geeft aan dat de gebruikelijk winstmarge in de glastuinbouw in die jaren tussen de 5 en de 8% lag en dat dit project, gezien het iets hogere projectresultaat van 9%
(fl 138.043,26) goed verkocht is.
Het hof maakt de bevindingen van de deskundige tot de zijne.
Dat betekent dat het hof er met de deskundige van uit gaat dat [appellante] bij uitvoering van de overeenkomst een netto projectresultaat zou hebben gerealiseerd van fl. 138.043,26,- ofwel
€ 62.641,-. [appellante], die dat bedrag in eerste aanleg ook bij wijze van winstderving heeft gevorderd, heeft zijn vordering op dit punt in hoger beroep verhoogd tot € 72.418,01 ofwel het equivalent van fl. 159.587,58, het bedrag dat in genoemde uitwerkstaat wordt vermeld als "bruto" winst.
Nu [appellante] zich evenwel heeft verenigd met de bevindingen van de deskundige, die uitgaat van een projectresultaat van fl 138.043,26, en niet nader heeft onderbouwd waarom van het hogere bedrag van fl 159.587,58 zou moeten worden uitgegaan, zal het hof een bedrag van
€ 62.641,- aan gederfde winst toewijzen en het ter zake meer gevorderde afwijzen.
Ten aanzien van buitengerechtelijke kosten geldt dat zij op de voet van artikel 6:96 lid 2 BW voor vergoeding in aanmerking komen, onder meer als het gaat om redelijke kosten die in redelijkheid zijn gemaakt ter verkrijging van voldoening buiten rechte, behoudens ingeval krachtens artikel 241 Rv de regels omtrent proceskosten van toepassing zijn. [appellante] heeft bij akte in eerste aanleg een aantal facturen overgelegd, maar daaruit blijkt niet in hoeverre deze betrekking hebben op buitengerechtelijke werkzaamheden of op instructie van de zaak. [geïntimeerden] hebben betoogd dat [appellante] slechts een sommatiebrief heeft gezonden op
21 juni 2002 en dat zij nadien tot aanvang van de procedure niets meer heeft ondernomen.
In het licht van die gemotiveerde betwisting heeft [appellante] haar vordering op dit punt aldus onvoldoende onderbouwd. [appellante] heeft niet onderbouwd dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
grief 11 in het principaal appelterecht is voorgedragen.
De kosten van het deskundigenbericht komen volledig ten laste van [geïntimeerden]
Omdat [appellante] de helft van het voorschot heeft gedragen, zullen [geïntimeerden] worden veroordeeld het betreffende bedrag van € 3.630,- aan [appellante] te voldoen.
Naar vaste jurisprudentie kan de omstandigheid dat de in eerste aanleg gevoerde verweren in de vorm van een incidenteel hoger beroep onder de aandacht van het hof worden gebracht niet ertoe leiden dat verwerping van die verweren - en dientengevolge de verwerping van het incidenteel hoger beroep - de incidenteel appellant op een kostenveroordeling komt te staan (ECLI:NL:HR:2008:BD7478). Geen der partijen zal derhalve in de proceskosten van het incidenteel hoger beroep worden veroordeeld.
16 januari 2008 en 4 juni 2008
tot betaling aan [appellante] van:
4 juni 2008 aan [geïntimeerden] heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van voldoening door [appellante] tot aan de dag van terugbetaling door [geïntimeerden];
in eerste aanleg op € 3.015,18 aan verschotten en op € 4.032,- aan salaris voor de advocaat