Uitspraak
[appellante],
Wehkamp,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Ten aanzien van de feiten
, hof] om tafel gaan. Tijdens het gesprek met de bedrijfsarts is geconstateerd dat, net als 3 jaar geleden, een deel van de klachten werkstress gerelateerd zijn en dat die stress voor een groot deel veroorzaakt wordt door de managementstijl van [A]. (…)’
9 januari 2014 over de exacte invulling en de gevolgen op arbeidsvoorwaardelijk gebied een gesprek aan te gaan heeft [appellante] geen gevolg gegeven.
, hof] over het effect van haar harde stijl op mij. Dit is dus wel degelijk door mij ter sprake gebracht en [A] was op de hoogte van het effect dat haar stijl van management op mij heeft. Helaas hebben deze gesprekken met [A] niet het gewenste effect gehad en houden mijn stressklachten aan. (…) Ik wilde graag de situatie met mijn leidinggevende bespreken en samen zoeken naar een oplossing hiervoor. (…) De huidige setting met [A] en [B] [
, hof] is onprettig voor mij en ik voel me niet veilig open te communiceren. (…) Ik doe daarom nogmaals officieel het verzoek tot mediation.’
4.Ten aanzien van de grieven
“..dat de toewijsbaarheid van een vordering van een werknemer om in de gelegenheid gesteld te worden de overeengekomen arbeid te verrichten, moet worden beoordeeld aan de hand van de algemene maatstaf van artikel 7:611 BW, die verwijst naar wat een goed werkgever behoort te doen en na te laten.”