Uitspraak
[appellant],
[appellante],
[appellanten],
KFPS,
Het geding in eerste aanleg
Het geding in hoger beroep
onder aanvulling en/of wijziging van gronden, de vorderingen van appellanten, zoals bij voornoemd vonnis afgewezen, alsnog toe te wijzen, alsmede geïntimeerde te veroordelen in de kosten van het geding in beide instanties."
De beoordeling
“Reglement beoordeling sporthengsten voor inschrijving in het stamboekregister”(hierna te noemen: het Reglement) vastgesteld.
4.Beoordelingscriteria
De criteria waarop een hengst wordt beoordeeld zijn de volgende:
5.Procedure
6.Verkort onderzoek
(...)
grief 1komen [appellanten] op tegen het oordeel van de rechtbank dat KFPS een ruime beoordelingsvrijheid toekomt bij de beslissing of een hengst in het stamboekregister wordt ingeschreven (rechtsoverweging 5.6). Grief 3 ligt in het verlengde van grief 1 en betreft het oordeel van de rechtbank dat het Reglement geen dwingende bepaling bevat op grond waarvan KFPS ertoe is gehouden een hengst in geval van een positieve karakterbeoordeling maar met een klinische beperking in te schrijven in het stamboek (rechtsoverweging 5.8). Naar de mening van [appellanten] mag een vereniging niet afwijken van de heersende regelgeving. De procedure die Aaron diende te doorlopen om een dekbrevet te verkrijgen was duidelijk vastgesteld en het had volgens hen op de weg van KFPS gelegen om deze procedure te volgen en hier niet van af te wijken. De artikelen 5 en 6 van het Reglement laten geen ruimte voor een ruime beslissingsvrijheid.
grief 4komen [appellanten] op tegen het oordeel van de rechtbank dat van KFPS niet kan worden gevergd dat zij een hengst, ondanks een diskwalificerende aandoening, toelaat tot de dekdienst (rechtsoverweging 5.8). Zij hebben gesteld dat KFPS niet heeft gemotiveerd waarom een hengst, die verder aan alle criteria voldoet, ondanks overvulling niet kan worden ingeschreven als dekhengst.
grief 7, die er over klaagt dat de rechtbank ten onrechte heeft geweigerd [appellanten] toe te staan een akte tot wijziging van eis en overlegging van producties in te dienen, geen belang hebben. [appellanten] zijn in hoger beroep namelijk in de gelegenheid geweest hun vorderingen op de door hen voorgestane wijze aan te passen, hetgeen zij niet hebben gedaan, en alsnog de door hen noodzakelijk geachte stukken in het geding te brengen.