Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
€ 39.290
€ 289.293
€ 250.003
€ 1.417.536
€ 338
€ 1.110
blijkt dat uw organisatie er vanuit gaat dat die hiervoor bedoelde normwaarde onverpachte gronden box III duurzaam mag worden gehanteerd, doch ten onrechte! Dat was, zoals hiervoor uiteengezet, uitdrukkelijk niet mijn bedoeling.
“Ondergetekende heeft met enige verbazing en ook met grote teleurstelling kennis genomen van uw bovengenoemde brief.
brengt u, althans de Belastingdienst, de waarderingskwestie echter wel in als onderdeel van het geschil. Dit blijkt met name uit paragraaf 8.5 van bedoelde uitspraak op bezwaarschrift. In de met u afgesloten vaststellingsovereenkomst wordt expliciet gesproken over “de in de aangifte op te nemen actuele WEVAB waarde”, terwijl u althans de Belastingdienst in de bedoelde uitspraak op bezwaarschrift in met name de onderdelen 10,11 en 12 daar weer afstand van neemt.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
(…)Mijn uitgangspunt [als mede-ondertekenaar van hiervoor bedoelde brief] is altijd geweest om een zuivere proefprocedure te voeren over het geschilpunt (…) en dat die proefprocedure niet moet worden bemoeilijkt met ook nog een geschil over de waardering. Ik ben daarom akkoord gegaan, in afwachting van de uitkomst van de proefprocedures, dat bij de waardevaststelling van de landbouwgronden gekoppeld mocht worden aan de normwaarde onverpachte gronden box III uit een van de 14 landbouwgebieden, zoals kenbaar uit de jaarlijkse publicatie “Waardering van verpachte gronden in box III” (…) Om misverstanden in de toekomst te voorkomen, bericht ik u daarom dat koppeling aan de normwaarde onverpachte gronden box III door de Belastingdienst niet meer wordt toegestaan zodra er een voor u onherroepelijke positieve uitkomst is uit een van die proefprocedures. Vanaf dát moment zal de WEVAB-waarde per ultimo van het jaar aannemelijk gemaakt moeten worden en kan niet meer worden uitgegaan van hiervoor bedoelde normwaarde onverpachte gronden box III. Voor zover nodig zeg ik hierbij die koppeling aan de normwaarde onverpachte gronden box III uit hiervoor bedoelde overeenkomst op. Deze opzegging heeft geen terugwerkende kracht! Dat wil zeggen dat de gehanteerde normwaarde onverpachte gronden box III in de aangiften, die zijn gedaan [dat wil zeggen door de Belastingdienst zijn ontvangen] op het moment dat er een voor u onherroepelijke positieve uitkomst is uit een van de proefprocedures gehandhaafd blijft (…)”.
incidenteelfiscaal voordeel, nu immers (een dotatie aan) de fiscale oudedagsreserve zich over meerdere jaren afwikkelt.