Rommana heeft ter afwering van de afgifte van de onder b) gevorderde overeenkomsten aangevoerd dat Rommana geen overeenkomsten ter zake de voormalige zorgcliënten van TVOA met Joost Zorgt heeft gesloten en deze overeenkomsten dus niet bestaan.
Het hof stelt vast dat TVOA en TVO geen voldoende toelichting hebben gegeven dat de gevorderde overeenkomsten ook inderdaad bestaan. Integendeel, uit de overgelegde stukken volgt juist dat zorgcliënten rechtstreeks met hoofdaannemers als TVOA en Joost Zorgt overeenkomsten aangaan en niet met onderaannemers als Rommana en Maxima Zorg.
In de e-mail van 8 maart 2012 van TVO aan Rommana over de omzetting van cliënten naar Joost Zorgt, maakt TVO bijvoorbeeld aan Rommana duidelijk dat zolang de zorgcliënten en de werknemers geen andere overeenkomst hebben, zij een overeenkomst met TVO blijven houden. TVO is uitsluitend bereid om de zorgcliënten over te zetten als zij van de desbetreffende zorgcliënten een getekende verklaring hebben ontvangen dat zij met een overdracht naar een andere zorgaanbieder akkoord zijn. Eerst vanaf de datum dat de AGB-code (Algemeen Gegevens Beheer-code) in de administratie van het Zorgkantoor feitelijk is overgezet, gelden de zorgcliënten als overgezet naar de andere zorgaanbieder, aldus TVO.
En in de e-mail van 12 maart 2012 bericht TVO aan Rommana en Joost Zorgt , dat uit de overeenkomst tussen de zorgcliënt en het Zorgkantoor volgt welke zorgaanbieder de zorg kan verlenen. Wie deze door het Zorgkantoor erkende en toegelaten zorgaanbieder is, blijkt uit de AGB-code van het betreffende indicatiebesluit en uit de administratie van het Zorgkantoor. In deze e-mail maakt TVO andermaal duidelijk dat alleen zij heeft te gelden als de toegelaten zorgaanbieder en dat de AGB-code aan haar is verbonden en niet aan Rommana.
Hieruit lijkt te volgen dat TVOA en TVO in ieder geval zicht hadden op welke zorgcliënten die eerst door TVOA (als hoofdaannemer) werden bediend, zijn overgezet naar een andere door het Zorgkantoor toegelaten en erkende zorgaanbieder, zoals Joost Zorgt. Voor zover TVOA en TVO doelen op de overeenkomst tussen Rommana dan wel Maxima Zorg met Joost Zorgt, hebben zij onvoldoende toegelicht wat deze overeenkomst kan toevoegen aan de informatie over haar voormalige zorgcliënten. Uit de stukken volgt overigens dat niet Rommana maar Maxima Zorg met Joost Zorgt een overeenkomst heeft gesloten waarbij Maxima Zorg als onderaannemer optreedt. Hieruit volgt bovendien niet dat uit die overeenkomst valt af te leiden dat voormalige zorgcliënten van TVOA van zorg zijn voorzien, nu de zorgcliënten vrij zijn in hun keuze met welke hoofdaannemer zij een overeenkomst tot zorg willen aangaan.
De gevraagde bescheiden voldoen daarmee niet aan het vereiste dat zij voldoende bepaalbaar zijn. Bovendien is niet voldoende vast komen te staan dat voldaan is aan het vereiste dat het om stukken gaat die Rommana onder haar beschikking of berusting heeft. Het voorgaande geldt evenzeer voor de door TVOA en TVO in meer algemene zin gevorderde inzage in alle overeenkomsten die Rommana en/of Maxima Zorg met Joost Zorgt hebben gesloten in het kader van het verlenen van zorg aan de voormalig zorgcliënten van TVOA. Rommana betwist immers overeenkomsten met Joost Zorgt te hebben gesloten. Evenzeer betwist Rommana dat zij de overeenkomsten die tussen Maxima Zorg en Joost Zorgt zijn overeengekomen onder haar beschikking of berusting heeft. Zoals hiervoor overwogen hebben TVOA en TVO onvoldoende toegelicht welke overeenkomsten tussen Maxima Zorg en Joost Zorgt zij op het oog hebben en, in het verlengde daarvan, welk rechtmatig belang zij daarbij hebben.