ECLI:NL:GHARL:2013:9404
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Regresvordering van brandverzekeraar tegen veroorzaker van brand door onrechtmatig handelen
In deze zaak gaat het om een regresvordering van de coöperatie Univé Oost U.A. tegen [Eiseres], die wordt beschuldigd van onrechtmatig handelen door een brand te veroorzaken. De brand ontstond op 3 april 2004, nadat [Eiseres] had geprobeerd nestelende vogels te verdrijven met een brandende prop krantenpapier in het ventilatiekanaal van haar toilet. De brand heeft schade veroorzaakt aan de woning en inboedel van de buren, de familie [A], waarvoor Univé als brandverzekeraar de schade heeft vergoed. Univé heeft zich gesubrogeerd in de rechten van [A] en vordert nu regres van [Eiseres].
De rechtbank heeft de vordering van Univé toegewezen, maar [Eiseres] heeft in hoger beroep zeven grieven ingediend. De eerste grief betreft de verjaring van de vordering, waarbij [Eiseres] stelt dat de vordering is verjaard en dat een brief van Univé niet kan worden aangemerkt als een stuitingshandeling. Het hof oordeelt dat de brief voldoende duidelijk was om de verjaring te stuiten.
De overige grieven van [Eiseres] zijn gericht tegen de vaststelling van de feiten, de onrechtmatigheid van haar handelen en de toewijzing van de expertisekosten. Het hof oordeelt dat [Eiseres] door haar handelen een aanzienlijk risico heeft genomen dat brand zou ontstaan, en dat haar handelen onrechtmatig was jegens de buren. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank voor wat betreft de wettelijke rente, maar bevestigt de overige beslissingen. [Eiseres] wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.