Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Frelan B.V.en
IGVO B.V.,
[geintimeerde sub 2],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
1. te verklaren voor recht dat Wolsden wegens onbehoorlijke taakvervulling in de zin van artikel 2:9 BW, althans op grond van artikel 2:8 BW, althans op grond van onrechtmatige daad jegens Frelan aansprakelijk is voor de schade die Frelan heeft geleden door verkoop en overdracht van de aandelen Fa-med aan USN;
"het verschil tussen de betaalde koopsom en de waarde die de aandelen in 2004 of 2005 hebben", terwijl nummer 64, slotzin inhoudt:
"Gezien het feit dat Igvo geenszins van plan was om reeds in 2001 de aandelen Fa-med te verkopen (…), moet worden uitgegaan van een waarde van de aandelen aan de bovenzijde van deze bandbreedte". Verder wordt onder 6 een deskundigenonderzoek gevorderd naar
"de waarde van de aandelen in het jaar waarin het rapport wordt uitgebracht, een en ander met inachtneming van het hiervoor onder 58 (…) en 64 gestelde". Dit een en ander liet, naar Wolsden c.s. redelijkerwijs behoorden te begrijpen, voldoende ruimte voor een schadeberekening op basis van de waarde van de aandelen in 2004. Ter comparitie in eerste aanleg hebben partijen de rechtbank verzocht deskundigen te benoemen ter beantwoording van de vraag:
"Binnen welke bandbreedte bevond zich de marktwaarde van Fa-med per 19 oktober 2001?"Voor het door haar bevolen deskundigenonderzoek heeft de rechtbank die vraag overgenomen, terwijl Frelan c.s. verder niet in de eerste instantie en ook niet tegenover de deskundigen naar voren hebben gebracht dat de marktwaarde tevens naar de situatie in 2004 moest worden onderzocht. Uit een en ander mochten Wolsden c.s. redelijkerwijs afleiden dat Frelan c.s. toen in ieder geval voor de eerste aanleg hebben beoogd om de waardering door de deskundigen uitsluitend te vragen zoals geformuleerd ter comparitie. Anders dan Wolsden c.s. verdedigen, blijkt echter niet dat Frelan c.s. zich voor altijd hebben willen verbinden om het onderzoek door de deskundigen te beperken tot de waarde van de aandelen bij de verkoop in 2001 en ook niet dat zij zich met een zodanige beperking op voorhand voor een volgende instantie hebben willen vastleggen. Van een concessie op dit punt door Frelan c.s. dan wel een tegenprestatie daarvoor van Wolsden c.s. is niets gesteld of gebleken.
destijdssamen 55% van de aandelen van Frelan hielden) hebben tot deze verkoop door Wolsden beslist, waartoe [X] (van Igvo die 45% van de aandelen hield) niet persoonlijk toestemming heeft verleend.
"Verkoop Famed aan USG"vermeldt niet dat partijen al voor of op de bespreking van 25 juli 2001 overeenstemming hadden bereikt over de prijs en andere essentiële voorwaarden noch dat die bespreking slechts de uitvoering van de koop betrof. De notitie vermeldt dat als onderwerp aan de orde zijn gekomen:
"a. Vorm van de transactie b. Tijdschema c. Koopovereenkomst (zie hieronder) d. Nader over te leggen documenten". Wat betreft de koopovereenkomst vermeldt de notitie dat partijen een eerste concept koopovereenkomst hebben opgesteld, welk concept tijdens die bespreking is doorgesproken en dat op 6 augustus een tweede concept is verzonden, terwijl op 13 augustus een door de advocaten van USG aangepaste conceptovereenkomst werd ontvangen. Ook de in het tussen partijen gehouden voorlopig getuigenverhoor gehoorde getuigen [I] en [M], directeuren van United Services Group (producties 19 en 20 bij de inleidende dagvaarding) vermelden geen datum waarop het eindbod van ƒ 31,5 miljoen werd aanvaard en
dit heeft([geintimeerde sub 2] van) Wolsden ter comparitie in eerste aanleg evenmin verklaard.
juistevraag naar de marktwaarde van Fa-med per 19 oktober 2001. Bij gebreke van aanwijzingen voor een andere verkoopdatum na 6 augustus 2001 is deze datum, in overeenstemming met de koopakte, juist. Het gaat er dus om welke ontwikkelingen er op 19 oktober 2001 waren te verwachten.
"Minder diep ingrijpend, maar commercieel speerpunt in 2001 is het commerciële traject richting huisartsen dat in februari/maart 2001 van start is gegaan (…). Door de in eerdere maandrapportages reeds enkele malen gesignaleerde verscherpte concurrentie door zorgverzekeraars bij tandartsen (…) is het onwaarschijnlijk dat Fa-med in de toekomst nog veel groei in de tandartsenmarkt kan realiseren en moet zelfs met een (afhankelijk van het succes van de gratis service aanbiedende concurrenten) afbreuk van het bestaande klantenbestand in deze sector rekening gehouden worden. Verbreden van de activiteitenbasis, zelfs in qua rendement slechtere niches, is dus nodig om op termijn succesvol te kunnen overleven."en
"Op basis van het voorgaande (een sterkte/zwakte analyse, hof) heeft Fa-med eind 2003 strategische keuzes geformuleerd.
5.Slotsom
faalt.
6.De beslissing
26 november 2013voor akte naar aanleiding van rov. 4.29 aan de zijde van Igvo en zo mogelijk gelijktijdig aan de zijde van Wolsden c.s.;