In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [kind]. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft zijn kind erkend, maar is niet belast met het gezag. De moeder is de enige met het gezag over [kind]. De vader heeft in zijn hoger beroep aangevoerd dat hij als belanghebbende moet worden aangemerkt, maar het hof oordeelt dat hij niet voldoet aan de criteria van belanghebbende zoals vastgelegd in de wet. De vader heeft [kind] niet verzorgd of opgevoed als een kind behorende tot zijn gezin, en er is geen bewijs dat hij dit heeft gedaan sinds de geboorte van [kind]. De moeder heeft [kind] tot 5 september 2012 bij grootmoeder gewoond en is daarna in een vrouwenopvang gegaan. Het hof concludeert dat de vader niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, waardoor er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt. De beslissing van de rechtbank Utrecht van 3 december 2012 blijft daarmee in stand.