In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam zich gebogen over het hoger beroep van een verdachte die eerder door de rechtbank Noord-Holland was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 66 maanden voor grootschalige uitvoer van harddrugs. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 21 december 2022, waarbij hij vrijgesproken was van een deel van de tenlastelegging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak. Tijdens de zittingen in hoger beroep zijn procesafspraken gemaakt tussen de verdediging en het Openbaar Ministerie, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van 33 maanden heeft geëist. Het hof heeft de gemaakte procesafspraken beoordeeld en geconcludeerd dat deze redelijk en passend zijn, rekening houdend met de lange tijdsduur van de procedure en de ernst van de feiten. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de internationale drugshandel via darknet en andere digitale middelen, waarbij hij een belangrijke rol vervulde binnen een criminele organisatie. Het hof heeft de opgelegde straf verlaagd tot 33 maanden, met aftrek van voorarrest, en benadrukt het belang van tijdige procesafspraken in megazaken om de efficiëntie van de rechtsgang te waarborgen.