ECLI:NL:GHAMS:2025:616
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid advocaat voor verjaring vordering cliënt na beroepsfout
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een advocaat, mr. [appellante], voor de schade die haar cliënt, [geïntimeerde], heeft geleden als gevolg van een beroepsfout. [geïntimeerde] heeft in 2008 een ongeluk gehad met zijn BMW-motorfiets en heeft de advocaat ingeschakeld om hem bij te staan in de aansprakelijkheidsstelling tegen BMW. Na een laatste stuitingsbrief op 7 juli 2011 heeft de advocaat nagelaten om verdere stuitingshandelingen te verrichten, waardoor de vordering van [geïntimeerde] tegen BMW is verjaard. In eerste aanleg heeft de rechtbank de vorderingen van [geïntimeerde] toegewezen, waarbij werd geoordeeld dat de advocaat tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst van opdracht. Het hof bekrachtigt dit vonnis en oordeelt dat de advocaat niet de zorgvuldigheid heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot verwacht mag worden. De drempel voor verwijzing naar de schadestaatprocedure is gehaald, omdat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. Het hof wijst de advocaat in de proceskosten van het geding in hoger beroep.