Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
€ 685.000. In hetzelfde geschrift is de aanslag onroerendezaakbelasting 2022 bekendgemaakt.
29 juni 2022, ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 14 februari 2023 heeft de rechtbank als volgt beslist:
2.Feiten
Gebruiksoppervlakte woningdeel overig: 74 m2 (4e verdieping, beperkte stahoogte)
De heffingsambtenaar(…)
Een specifiek punt van aandacht is de waardebepaling van de vierde verdieping. Ik heb daar een speciale afdeling naar laten kijken. De balken staan hierbij centraal. Het uitganspunt is dat er een grens geldt van 2 meter. De hoogte van de vierde verdieping is vastgesteld op 2,08 meter. Indien de balken voldoende uit elkaar liggen, waardoor leefruimte mogelijk is, wordt uitgegaan van normale woonruimte. Indien de balken dicht bij elkaar gelegen zijn en je moet bukken, wordt de ruimte gezien als woonruimte overig. Er wordt altijd gemeten vanaf 1,5 meter hoogte, dit is het minimum. We zijn hier uitgegaan van de hoogte van de ruimte, gemeten tussen de balken.
De beperkte stahoogte leidt ertoe dat een persoon met een gemiddelde lengte voortdurend moet bukken. Naast de twee dwarsbalken die de heffingsambtenaar noemt, zijn er ook twaalf schuine balken die in de weg zitten. Veel mensen willen een dergelijke ruimte niet huren. (…)”
3.3. Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
5.5. Beoordeling van het geschil in hoger beroep
In dit verband doet belanghebbende tevens een beroep op het vertrouwensbeginsel.
geheel anders is dan van de woning en dat dat object wel voldoende stahoogte heeft, te weten 2.05 m. Voorts blijkt uit de door de heffingsambtenaar bijgevoegde foto’s dat dit vergelijkingsobject geheel gerenoveerd is en dat het beschikt over diverse kwaliteitsvoorzieningen die bij de woning ontbreken. Voorts is van [A-straat] 691H de fundering in 1994 vernieuwd.
Rekening houdend met de door de rechtbank gehanteerde correctie ad € 80.000 wegens de matige staat van de fundering van de woning, is de WOZ-waarde van de woning niet te hoog vastgesteld.
Het Hof kan de heffingsambtenaar hierin volgen en zal voor de beoordeling verder uitgaan van een stahoogte van ruim 2 m, behoudens de aanwezigheid van enkele omvangrijke dwarsbalken. Dat de stahoogte van de woning, zoals belanghebbende heeft gesteld, in het algemeen 1.70 m bedraagt acht het Hof niet aannemelijk. Voorts acht het Hof het, op basis van de ter zitting van het Hof door de heffingsambtenaar gegeven toelichting, aannemelijk dat bij het inmeten van de beschikbare leefbare woonruimte, rekening is gehouden met de overigens aanwezige (schuine) steunbalken.
6.Kosten
7.7. Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.