Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante 1],
[appellante 2],
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Grief IVstuit hierop af. Het hof stelt verder voorop dat bij een algemeen geformuleerde, niet nader geclausuleerde erfdienstbaarheid als deze, een zekere verandering in het gebruik verdisconteerd moet worden geacht.
grieven I tot en met IIIstuiten op het voorgaande af.
vijfde griefgaan [appellanten] eraan voorbij dat ook voor wat betreft de breedte van het pad het voormalige gebruik van doorslaggevende betekenis is. [appellanten] hebben onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan kan worden vastgesteld dat zij het pad voorheen in de volle breedte gebruikten. Dat ligt ook niet voor de hand, omdat uit diverse overgelegde foto’s (zie ook 2.4. hierboven) blijkt dat de zijstroken van het pad begroeid waren en de schutting en daarachter liggende begroeiing enigszins over het pad helden. Ook grief V slaagt dus niet.