ECLI:NL:GHAMS:2024:923

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 april 2024
Publicatiedatum
15 april 2024
Zaaknummer
200.313.015/03 OK en 200.313.019/03 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over verzoeken tot onmiddellijke voorzieningen in faillissementszaak met meerdere betrokken vennootschappen

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, uitgesproken op 11 april 2024, zijn de verzoeken tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen door i3 Holding B.V. en i3 Nederland B.V. en Vanestate B.V. behandeld. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat beide verzoekers hun verzoeken op 10 april 2024 hebben ingetrokken, waardoor deze verzoeken niet meer beoordeeld hoeven te worden. Dit leidt tot de niet-ontvankelijkheid van beide verzoekers in hun verzoeken. De Ondernemingskamer heeft geen aanleiding gezien om een proceskostenveroordeling uit te spreken, wat betekent dat de kosten van de procedure niet aan een van de partijen worden opgelegd. De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.313.015/03 OK en 200.313.019/03 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 11 april 2024
in de zaak met zaaknummer 200.313.015/03 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VANESTATE B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. J. Schröder, kantoorhoudende te Nijmegen,
en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DOLBECO B.V.,
gevestigd te Bodegraven,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M.J. Clement, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 HOLDING B.V.,
gevestigd te Vught,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 NEDERLAND B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. R. le Granden
mr. T.F.B. Jansen,kantoorhoudende te Rotterdam,
e n t e g e n
Daan P. SCHALKEN
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
PETRIAS BEHEER VUGHT B.V.,
gevestigd te Vught,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRICOMSTATE HOLDING B.V.,
gevestigd te Vught,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MIJKOIN B.V.,
gevestigd te Vught,
3.
[A],
wonende te [....] ,
4. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR MIJNKOIN B.V.,
gevestigd te Vught,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOBEAS B.V.,
gevestigd te Vught,
6.
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. J. Oerlemansen
mr. D.I.J. Snijders, kantoorhoudende te 's-Hertogenbosch,
en in de zaak met zaaknummer 200.313.019/03 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 HOLDING B.V.,
gevestigd te Vught,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 NEDERLAND B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mrs. Le Granden
Jansenvoornoemd,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 HOLDING B.V.,
gevestigd te Vught,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 NEDERLAND B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mrs. Le Granden
Jansenvoornoemd,
e n t e g e n
Daan P. SCHALKEN
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
PETRIAS BEHEER VUGHT B.V.,
gevestigd te Vught,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRICOMSTATE HOLDING B.V.,
gevestigd te Vught,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MIJKOIN B.V.,
gevestigd te Vught,
3.
[A] ,
wonende te [....] ,
4. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR MIJKOIN B.V.,
gevestigd te Vught,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOBEAS B.V.,
gevestigd te Vught,
6.
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mrs. Oerlemansen
Snijdersvoornoemd,
e n t e g e n
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VANESTATE B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. J. Schrödervoornoemd,
en
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DOLBECO B.V.,
gevestigd te Bodegraven,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M.J. Clement, kantoorhoudende te Amsterdam,
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • Vanestate B.V. en Dolbeco B.V. afzonderlijk als Vanestate en Dolbeco;
  • i3 Holding B.V. en i3 Nederland B.V. afzonderlijk als i3 Holding en i3 Nederland en gezamenlijk als i3;
  • Petrias Beheer Nederland B.V. als Petrias;
  • [A] als [A] ;
  • Petrias en [A] gezamenlijk en in mannelijk enkelvoud: Petrias c.s.;
  • Bobeas B.V. als Bobeas;
  • [B] , (indirecte) bestuurder van Bobeas, als [B] ;
  • Bobeas en [B] gezamenlijk en in mannelijk enkelvoud: Bobeas c.s.

1.Het verloop van het geding in beide zaken

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 12 mei 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:1708; hierna: de
eerstefasebeschikking), 20 mei 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:1709), 15 juli 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:2096), 13 mei 2022 (ECLI:NL:GHAMS:2021:1917) en 22 juni 2022 (ECLI:NL:GHAMS:2022:1815), 6 april 2023 (ECLI:NL:GHAMS:2023:844; hierna: de
tweedefasebeschikking) en 16 februari 2024 (ECLI:NL:GHAMS:2024:369, hierna: de
vervolgbeschikking). Samengevat weergegeven komt het verloop van de procedure op het volgende neer.
1.2
In de eerstefasebeschikking heeft de Ondernemingskamer:
1. een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van i3 Holding en i3 Nederland over de periode vanaf 1 januari 2014 en de onderzoeker benoemd;
2. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding:
a. Petrias geschorst als bestuurder van i3 Holding;
b. de OK-bestuurder benoemd tot bestuurder van i3 Holding; en
c. alle aandelen in i3 Holding – met uitzondering van één aandeel per aandeelhouder – ten titel van beheer overgedragen aan de OK-beheerder.
1.3
In de tweedefasebeschikking heeft de Ondernemingskamer: verstaan dat uit het onderzoeksverslag blijkt van wanbeleid van i3 en dat Petrias en [A] daarvoor verantwoordelijk zijn en verschillende eindvoorzieningen getroffen.
1.4
In de vervolgbeschikking heeft de Ondernemingskamer nadere onmiddellijke voorzieningen getroffen.
1.5
i3 heeft bij verzoekschrift van 3 april 2024 samengevat verzocht Bobeas c.s. en Petrias c.s. te gebieden om toestemming te verlenen aan schuldoverneming door i3 Holding van alle (vermeende) schulden van i3 Nederland aan Bobeas c.s. en Petrias c.s., door het tekenen van een (als productie in concept overgelegde) akte van schuldoverneming en, indien zij dit niet doen, de betreffende beschikking in plaats van de vereiste toestemming te laten treden. Indien dit laatste niet wordt toegewezen verzoekt i3, subsidiair, oplegging van een dwangsom per dag dat niet aan het gebod wordt voldaan. Voorts verzoekt i3, indien de voorzieningenrechter in het kort geding voor de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant met zaaknummer C/01/402350 KG ZA 24-117 dat niet reeds heeft besloten, aan de in de vervolgbeschikking onder 5.a en 5.b genoemde geboden een dwangsom te verbinden van
€ 500.000 (zegge: vijf honderdduizend euro) per overtreding. Tot slot verzocht zij veroordeling van Petrias c.s. en Bobeas c.s. in de reële proceskosten.
1.6
Vanestate heeft bij verweerschrift van 8 april 2024 tevens inhoudend zelfstandig verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen kort gezegd verzocht het overgelegde concept van de akte van schuldoverneming op bepaalde punten te wijzigen en aan te vullen. Ook heeft zij verzocht Petrias c.s. hoofdelijk te veroordelen tot het stellen van zekerheid in de vorm van een bankgarantie ten gunste van i3 Holding (als eventuele nieuwe schuldenaar) voor een vermeende vordering van Bobeas c.s. volgend uit een andere procedure tussen partijen.
1.7
Bobeas c.s. en Petrias c.s. hebben bij gezamenlijk verweerschrift van 8 april 2024 verzocht de verzoeken van i3 af te wijzen met hoofdelijke veroordeling van i3 in de kosten van de procedure.
1.8
Op 9 april 2024 heeft i3 een vervangende productie 1 (een gewijzigde conceptakte) overgelegd. Daarnaast heeft zij bij afzonderlijke brief aanvullende producties overgelegd.
1.9
Per akte van 9 april 2024 heeft Vanestate haar verweer alsmede haar zelfstandig verzoek gewijzigd.
1.1
Op 9 april 2024 is Petrias in staat van faillissement verklaard en is mr. Schalken benoemd tot curator.
1.11
Per e-mail van 10 april 2024 heeft i3 haar verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen ingetrokken.
1.12
Per e-mail van 10 april 2024 heeft Vanestate haar (gewijzigde) zelfstandig verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen ook ingetrokken.

2.De gronden van de beslissing in beide zaken

2.1
Per e-mail van 10 april 2024 heeft i3 haar verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen ingetrokken. Dit betekent dat dit verzoek geen beoordeling en beslissing meer behoeft en dat i3 niet-ontvankelijk is in haar verzoek.
2.2
Per e-mail van 10 april 2024 heeft Vanestate haar (gewijzigde) zelfstandig verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen ingetrokken. Dit betekent dat dit verzoek geen beoordeling en beslissing meer behoeft en dat i3 eveneens niet-ontvankelijk is in haar verzoek.
2.3
De Ondernemingskamer ziet geen aanleiding een proceskostenveroordeling uit te spreken.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer, oordelend in beide zaken:
verklaart i3 Holding B.V. en i3 Nederland B.V. niet-ontvankelijk in hun verzoek;
verklaart Vanestate B.V. niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.C. Meijer, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, prof. dr. M.N. Hoogendoorn en mr. drs. F. Marring, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.C.W. Wijffels, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 april 2024.