beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.313.015/01 OK en 200.313.019/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 6 april 2023
in de zaak met zaaknummer 200.313.015/01 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VANESTATE B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
VERZOEKSTER,
advocaat: voorheen mr. J. Schröder, kantoorhoudende te Nijmegen, thans
mr. M.J. Clement, kantoorhoudende te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DOLBECO B.V.,
gevestigd te Bodegraven,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M.J. Clement, kantoorhoudende te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 NEDERLAND B.V.,
beide gevestigd te Vught,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. J. Oerlemans, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PETRIAS BEHEER VUGHT B.V.,
gevestigd te Vught,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRICOMSTATE HOLDING B.V.,
gevestigd te Vught,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MIJKOIN B.V.,
gevestigd te Vught,
4.
[A],
wonende te [....] ,
5. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR MIJKOIN B.V.,
gevestigd te Vught,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. J. Oerlemans, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOBEAS B.V.,
gevestigd te Vught,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. D.I.J. Snijders, te ’s-Hertogenbosch,
en in de zaak met zaaknummer 200.313.019/01 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 NEDERLAND B.V.,
beide gevestigd te Vught,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mrs. R. Le Granden
M.J. van Aalderen, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
i3 NEDERLAND B.V.,
beide gevestigd te Vught,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. J. Oerlemans, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PETRIAS BEHEER VUGHT B.V.,
gevestigd te Vught,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRICOMSTATE HOLDING B.V.,
gevestigd te Vught,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MIJKOIN B.V.,
gevestigd te Vught,
4.
[A],
wonende te [....] ,
5. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR MIJKOIN B.V.,
gevestigd te Vught,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. J. Oerlemans, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch.
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOBEAS B.V.,
gevestigd te Vught,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. D.I.J. Snijders, te ’s-Hertogenbosch,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VANESTATE B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: voorheen mr. J. Schröder, kantoorhoudende te Nijmegen, thans
mr. M.J. Clement, kantoorhoudende te Amsterdam,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DOLBECO B.V.,
gevestigd te Bodegraven,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M.J. Clement, kantoorhoudende te Amsterdam.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen voor zover thans van belang ook als volgt worden aangeduid:
- Vanestate B.V. en Dolbeco B.V. afzonderlijk als Vanestate en Dolbeco en gezamenlijk ook als verzoeksters;
- i3 Holding B.V. en i3 Nederland B.V. afzonderlijk als i3 Holding en i3 Nederland en gezamenlijk als i3;
- Petrias Beheer Nederland B.V. als Petrias;
- Tricomstate Holding B.V. als Tricomstate:
- Mijkoin B.V. als Mijkoin;
- Stichting Administratiekantoor Mijkoin B.V. als STAK;
- [A] als [A] ;
- Bobeas B.V. als Bobeas;
- de (indirecte) bestuurder van Bobeas als [B] ;
- Petrias, Tricomstate, Mijkoin, STAK, [A] , [B] en Bobeas gezamenlijk als “belanghebbenden”;
- de door de Ondernemingskamer benoemde tijdelijk bestuurder als Boreel;
- de door de Ondernemingskamer benoemde beheerder van aandelen als Evers;
- de door de Ondernemingskamer benoemde onderzoeker als de onderzoeker.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in de zaak met zaaknummer 200.289.286/01 OK van 12 mei 2021 (hierna: de eerstefasebeschikking), 20 mei 2021, 15 juli 2021, 13 mei 2022 en 22 juni 2022.
1.2 Bij beschikkingen van 12 en 20 mei 2021 heeft de Ondernemingskamer
1. een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van i3 Holding en i3 Nederland over de periode vanaf 1 januari 2014 en mr. J.H. Stek te Amsterdam benoemd als onderzoeker;
2. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding:
a. Petrias geschorst als bestuurder van i3 Holding;
b. Boreel benoemd tot bestuurder van i3 Holding;
c. de gewone aandelen in i3 Holding ten titel van beheer overgedragen aan Evers.
1.3 Bij beschikking van 15 juli 2021 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 35.000, exclusief btw.
1.4 Bij beschikking van 13 mei 2022 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het verslag d.d. 11 mei 2022 van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van i3 Holding en i3 Nederland ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.5 Bij beschikking van 22 juni 2022 heeft de Ondernemingskamer de vergoeding van de onderzoeker bepaald op € 35.000, exclusief btw.
1.6 In de zaak met zaaknummer 200.313.015/01 OK hebben Vanestate en Dolbeco bij verzoekschrift van 11 juli 2022 de Ondernemingskamer verzocht, uitvoerbaar bij voorraad:
vast te stellen dat vanaf de periode van 1 januari 2014 tot en met 11 mei 2021 sprake is geweest van wanbeleid van i3 Holding en i3 Nederland ex artikel 2:355 BW;
vast te stellen dat [A] direct en indirect via Petrias, hoofdverantwoordelijk is voor dat wanbeleid;
op de voet van artikel 2:356 BW de volgende voorzieningen te treffen:
(i) vernietiging van een besluit van bestuurders, commissarissen of een ander orgaan van de rechtspersoon, te weten
a. vernietiging van het besluit van de algemene vergadering tot het verlenen van décharge aan Petrias over de boekjaren 2014/2015, 2015/2016, 2016/2017, 2017/2018, 2018/2019 en 2019/2020;
b. vernietiging van het besluit tot het verstrekken van een lening van € 1,3 miljoen door i3 Holding aan SAB-OO-NIS;
c. vernietiging van het besluit tot kwijtschelding door i3 Holding van de (resterende) vordering op SAB-OO-NIS;
d. vast te stellen dat het besluit van 1 april 2014 tot het vaststellen van de managementvergoeding/bestuursbezoldiging van Petrias over de jaren 2014/2015, 2015/2016 2016/2017, 2017/2018, 2018/2019, 2019/2020 en 2020/2021 nietig is, dan wel, subsidiair, het besluit van 1 april 2014 tot vaststelling van de managementvergoeding van Petrias te vernietigen, dan wel, meer subsidiair het besluit van 1 april 2014 tot vaststelling van de managementvergoeding van Petrias partieel – voor zover het besluit ziet op de managementvergoeding boven een bedrag van € 180.000 – per jaar, te vernietigen (waarbij derhalve het meerdere, te weten € 60.000 bezoldiging per jaar (€ 5.000 per maand), in stand blijft;
e. vernietiging van het besluit tot betaling van € 500 maandelijkse onkosten vanaf 1 januari 2021 aan Petrias;
f. vernietiging van het besluit tot het overeenkomen en betalen van een "tekenfee" aan [B] van € 150.000 (management overeenkomst 2017);
g. vernietiging van het besluit tot het betalen van een garantiebonus van € 5.000 aan [B] /Bobeas (managementovereenkomst 2017);
h. vernietiging van het besluit tot het aangaan van de managementovereenkomst 2017, 2019 en 2020 met Bobeas en [B] ;
i. vernietiging van het besluit tot betalen van een onkostenvergoeding inzake auto Bobeas van € 2.000 per maand;
j. vernietiging van het besluit tot het aangaan van de variabele bonusovereenkomst 2019 en 2020 met [B] /Bobeas;
k. vernietiging van het besluit tot het aangaan van een lening van i3 Holding aan Bobeas ad € 472.039;
(ii) ontslag van Petrias als statutair bestuurder van i3 Holding, althans subsidiair de schorsing van Petrias te handhaven voor een periode van drie jaar;
(iii) verlenging van de voorlopige voorziening van de tijdelijke aanstelling van een statutair bestuurder voor een periode van (minstens) drie jaar;
(iv) verlenging van de voorlopige voorziening van tijdelijke overdracht van de aandelen van alle aandeelhouders (met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders) voor een periode van drie jaar ten titel van beheer aan een tijdelijk beheerder,
4. veroordeling van [A] en Petrias hoofdelijk, althans subsidiair Petrias, in de kosten van dit geding.
1.7 In de zaak met zaaknummer 200.313.019/01 OK hebben i3 Holding en i3 Nederland bij verzoekschrift van 11 juli 2022 de Ondernemingskamer verzocht, uitvoerbaar bij voorraad:
vast te stellen dat in de periode van 1 januari 2014 tot en met 12 mei 2021 sprake is geweest van wanbeleid ex artikel 2:355 lid 1 BW bij i3 Holding en i3 Nederland;
vast te stellen dat het onderzoeksverslag (en hetgeen daarop in het onderhavige verzoekschrift is aangevuld) er blijk van geeft dat voor het vastgestelde wanbeleid binnen i3 Holding en i3 Nederland, Petrias en [A] verantwoordelijk zijn;
de navolgende voorzieningen te treffen op de voet van de artikelen 2:355-356 BW:
(i) vernietiging van de besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders waarbij aan Petrias décharge is verleend voor de boekjaren 2014/2015, 2015/2016, 2016/2017, 2017/2018, 2018/2019 en 2019/2010;
(ii) vernietiging van het besluit van 3 april 2017 tot het verstrekken van lening door i3
Holding aan SAB-OO-NIS;
(iii) vernietiging van het besluit van 27 december 2017 tot kwijtschelding van de (resterende) vordering van i3 Holding op SAB-OO-NIS (de Afschrijving);
(iv) vast te stellen dat het besluit van 1 april 2014 tot het vaststellen van de managementvergoeding van Petrias nietig is, dan wel subsidiair het besluit van 1 april 2014 tot vaststelling van de managementvergoeding van Petrias te vernietigen, dan wel meer subsidiair het besluit van 1 april 2014 tot vaststelling van de managementvergoeding van Petrias partieel – voor zover het besluit ziet op de managementvergoeding tot een bedrag van € 180.000 – te vernietigen (waarbij derhalve het meerdere, te weten € 60.000 bezoldiging per jaar (€ 5.000 per maand), in stand blijft);
(v) vernietiging van het besluit tot het aangaan van de managementovereenkomst door i3 Holding/i3 Nederland met Bobeas van 5 juli 2017 voor zover deze managementovereenkomst ziet op de daarin opgenomen Tekenfee van € 150.000;
(vi) vernietiging van het besluit strekkende tot toekenning van de Bonusregeling aan Bobeas (zoals opgenomen/verder uitgewerkt in de provisieregeling 2020), welke Bonusregeling voortvloeit uit de managementovereenkomst van i3 Holding/i3 Nederland met Bobeas d.d. 1 april 2020;
(vii) vernietiging van het besluit strekkende tot toekenning van de Bonusregeling aan Bobeas (zoals opgenomen/verder uitgewerkt in de provisieregeling 2021), welke Bonusregeling voortvloeit uit de managementovereenkomst van i3 Holding/i3 Nederland met Bobeas d.d. 1 april 2021;
(viii)primair vast te stellen dat de door Bobeas ontvangen “onkostenvergoeding auto” zonder rechtsgrond is (en derhalve onverschuldigd aan Bobeas is betaald) en subsidiair voor zover er dienaangaande sprake is van een (al dan niet ongedocumenteerd) besluit, het besluit tot het toekennen van de “onkostenvergoeding auto” aan Bobeas te vernietigen;
(ix) ontslag van Petrias als bestuurder van i3 Holding;
(x) verlenging van de vigerende tijdelijke aanstelling van Boreel, een en ander vooralsnog voor de duur van drie jaren;
(xi) verlenging van de vigerende tijdelijke overdracht van de aandelen in i3 Holding ten titel van beheer aan Evers, een en ander vooralsnog voor de duur van drie jaren;
4. zowel Petrias als [A] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het onderzoek ter hoogte van € 35.000 en in de kosten van het geding.
1.8 Petrias, Tricomstate, Mijkoin, STAK, en [A] hebben bij verweerschrift van 22 september 2022 verzocht de verzoeken af te wijzen, met kostenveroordeling.
1.9 Bobeas heeft bij verweerschrift van 22 september 2022 verzocht de verzoeken af te wijzen, met kostenveroordeling.
1.10 De verzoeken zijn gezamenlijk behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 13 oktober 2022. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en (wat mr. Oerlemans betreft) onder overlegging van tevoren toegestuurde nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Mr. Oerlemans heeft toegelicht dat de verweerschriften die zijn ingediend in zaak 200.313.015/01 OK tevens als ingediend in zaak 200.313.019/01 OK moeten worden beschouwd en dat het “dikke” verweerschrift is ingediend namens de belanghebbenden behalve Bobeas, en het “dunne” verweerschrift namens Bobeas. Ter zitting hebben partijen ermee ingestemd dat de beschikking mede zal worden gewezen door een raadsheer die niet bij de zitting aanwezig was.
1.11 Na een aanhouding voor enkele weken in verband met schikkingsonderhandelingen hebben partijen de Ondernemingskamer laten weten dat de onderhandelingen niet tot resultaat hebben geleid en gevraagd een beschikking te geven.
2 Inleiding en feiten in beide zaken
2.1Deze zaak betreft een geschil tussen de aandeelhouders van i3. De drie (indirecte) aandeelhouders hebben i3 indertijd gezamenlijk opgericht. De laatste jaren zijn twee van hen met pensioen gegaan. Volgens hen heeft [A] , de andere (indirecte) aandeelhouder en enig bestuurder, sindsdien namens i3 een aantal transacties gedaan die gunstig waren voor (de familie van) [A] (vooral voor diens zoon, [B] ) maar ongunstig voor i3. De andere aandeelhouders stellen bovendien dat zij daarover niet zijn geïnformeerd. [A] meent op zijn beurt dat hij er samen met zijn zoon juist voor heeft gezorgd dat i3, na een aantal moeilijke jaren, een winstgevende onderneming is geworden.
2.2De Ondernemingskamer verwijst naar de feiten (die hieronder ten dele worden herhaald) genoemd in haar beschikkingen die onder 1.1 zijn vermeld en gaat voorts uit van de volgende feiten.
De vennootschappelijke structuur
2.3i3 Holding is enig aandeelhouder en bestuurster van i3 Nederland. Alle 18.000 gewone aandelen in i3 Holding worden gehouden door Tricomstate. De 15.000 cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van i3 Holding worden in gelijke delen gehouden door Vanestate, Dolbeco en Petrias. Sinds 2010 is Petrias enig bestuurder van i3 Holding.
2.4[A] is de bestuurder van Tricomstate. Enig aandeelhoudster van Tricomstate is Mijkoin. [A] is de bestuurder van Mijkoin en van STAK, die enig aandeelhoudster is van Mijkoin.
2.5[A] is tevens de bestuurder en enig aandeelhouder van Petrias. [C] (hierna: [C] ), weduwe van de in 2011 overleden [D] (hierna: [D] ), is de bestuurder en enig aandeelhoudster van Vanestate. [E] (hierna: [E] ) is de bestuurder en enig aandeelhouder van Dolbeco.
2.6i3 Nederland is (al dan niet indirect) houdster van alle aandelen in het kapitaal van i3 Solutions B.V., i3 Managed B.V., Smart Information Solutions B.V. en i3 Networking B.V.
2.7Schematisch is de vennootschappelijke structuur als volgt:
2.8De zoon van [A] , [B] , heeft de dagelijkse leiding bij i3 Nederland en staat bij de Kamer van Koophandel als volledig gevolmachtigde van i3 Nederland ingeschreven.
De gebeurtenissen in chronologische volgorde
2.9Op 1 juni 2001 zijn [E] , [D] en [A] met i3 Nederland (toen nog i3 Group B.V. genaamd) begonnen. De onderneming verleent diensten op het gebied van het ontwerpen, leveren en beheren van complexe informatiesystemen (specifiek: data- en informatie management) en richt zich met name op de centrale overheid en medische sector (“cure” en “care”). De grootste klant sinds 2001 is de Nederlandse belastingdienst.
2.1Enig aandeelhouder van i3 Nederland was Tricomstate B.V. (oud); in die vennootschap hielden de oprichters via hun persoonlijke holdings Petrias, Vanestate en Dolbeco ieder 1/3 van de aandelen.
2.11In de periode na de oprichting fungeerde [A] als commercieel directeur en [E] en [D] als technisch consultants.
2.12In verband met het voorgenomen pensioen van [D] en [E] ( [A] zou nog enige tijd actief blijven) heeft in de periode 2009/2010 een herstructurering plaatsgevonden. Het eindresultaat van die herstructurering was dat Petrias, Dolbeco en Vanestate hun gewone aandelen in Tricomstate (oud) hebben verkocht, dat [A] (indirect) houder werd van alle gewone aandelen in een nieuwe vennootschap eveneens genaamd Tricomstate B.V. (hierna: Tricomstate (nieuw); in 2011 hernoemd i3 Holding B.V., zie 2.14) en dat Petrias, Dolbeco en Vanestate ieder 5.000 cumulatief preferente aandelen (hierna cumprefs) in Tricomstate (nieuw) verwierven. Dolbeco, Vanestate en Petrias ontvingen ieder van Tricomstate B.V. (oud) een dividenduitkering van 1/3 van € 788.748 en de managementovereenkomsten van Dolbeco en Vanestate zijn beëindigd. De waarde van Tricomstate (nieuw) is per 1 januari 2009 vastgesteld op € 9.000.000. Dit bedrag is als agio op de cumprefs ingebracht zodat op die aandelen een agioreserve van € 9.000.000 ontstond. Overeengekomen is daarvan direct € 4.500.000 aan dividend uit te keren aan Dolbeco, Vanestate en Petrias, de drie houders van cumprefs in Tricomstate (nieuw), die daardoor ieder een dividenduitkering van € 1.500.000 ontvingen. Omdat Tricomstate (nieuw) deze uitkeringen niet uit eigen middelen kon voldoen, is daarvoor bij ING een financiering afgesloten. De cumprefs geven recht op een vast, geplafonneerd rendement van € 75.250 per jaar (5% van (€ 5.000 (aandelenkapitaal) + € 1.500.000 (agio)).
2.13Op 30 december 2009 is een aandeelhoudersovereenkomst gesloten tussen Dolbeco, Vanestate, Petrias, Tricomstate Holding en Tricomstate (nieuw). Die overeenkomst bepaalt onder meer dat winstuitkeringen en uitkeringen ten laste van de agioreserve ten eerste zullen plaatsvinden op de cumprefs en pas daarna op de gewone aandelen (waarbij geen dividend wordt uitgekeerd op gewone aandelen zolang de gezamenlijke agioreserve niet volledig is uitgekeerd), terwijl binnen de kring van cumprefhouders de cumprefs van Vanestate en Dolbeco voorrang hebben op die van Petrias. Verder is daarin overeengekomen dat de managementvergoeding jaarlijks wordt vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders.
2.14In 2011 is de naam van Tricomstate (nieuw) gewijzigd in i3 Holding.
2.15Van aanvang af werden algemene vergaderingen op informele wijze gehouden. Na de herstructurering is dat voortgezet. In de periode van 2011 tot augustus 2016 hadden [C] , [E] en [A] een jaarlijks informeel contactmoment tijdens een diner in een restaurant. Aan het einde van het diner bood [A] vooraf door hem opgestelde notulen van de aandeelhoudersvergadering, die een schriftelijke vastlegging betroffen van de vaststelling van de jaarrekening, de winstbestemming en decharge van de bestuurder, ter ondertekening aan.
2.16Per 1 april 2014 is Blue Sky Mining B.V., een door [F] (hierna: [F] ) bestuurde vennootschap, benoemd tot directeur van i3 Nederland. Op 3 april 2014 heeft een andere door [F] bestuurde vennootschap, SAB-OO-NIS Beheer B.V. (hierna: SAB-OO-NIS), van Mijkoin 20% van de aandelen in Tricomstate verworven tegen een koopprijs van € 1.300.000. Voor de waardebepaling van die aandelen is extern advies ingewonnen. Ter financiering van de koopprijs heeft i3 Holding op 3 april 2014 aan SAB-OO-NIS een lening verstrekt van € 1.300.000.
2.17Vanaf 2015 heeft i3 Holding geen dividend meer uitgekeerd.
2.18Sinds het (gebroken) boekjaar 2016/2017 staat in de jaarstukken van i3 Nederland een rekening-courantvordering op i3 Holding vermeld. Op 31 maart 2017 bedroeg deze vordering € 4.468.303.
2.19Na augustus 2016 eindigde de onder 2.15 omschreven praktijk. Sindsdien zijn er geen jaarlijkse aandeelhoudersvergaderingen meer geweest. De jaarstukken zijn wel aan Vanestate en Dolbeco gezonden. De geconsolideerde concept-jaarrekeningen over 2016/2017 tot en met 2019/2020 zijn alle gedeponeerd bij het handelsregister met vermelding dat deze door de algemene vergadering zijn vastgesteld.
2.2Per 1 juli 2017 is de managementovereenkomst van i3 Nederland met (de vennootschap van) [F] beëindigd. In het kader van die beëindiging hebben op 27 december 2017 de volgende samenhangende transacties plaatsgevonden:
a. i3 Holding, Mijkoin en SAB-OO-NIS hebben een overeenkomst van cessie en kwijtschelding gesloten waarin onder meer het volgende werd vastgelegd:
i. i3 Holding had een vordering van € 1,3 miljoen op SAB-OO-NIS uit een overeenkomst van geldlening;
ii. i3 Holding heeft een deel van die vordering, een bedrag van € 400.000, tegen nominale waarde aan Mijkoin verkocht en geleverd; de koopprijs is schuldig gebleven.
iii. de resterende schuld van € 900.000 is kwijtgescholden. Hierdoor ging in zoverre het pandrecht op de aandelen in Tricomstate dat SAB-OO-NIS ten gunste van i3 Holding had gevestigd, teniet.
SAB-OO-NIS en Mijkoin hebben een koopovereenkomst gesloten waarin het volgende werd overeengekomen:
i. SAB-OO-NIS heeft haar aandelen in Tricomstate aan Mijkoin voor een bedrag van € 400.000 verkocht. Voor de waardebepaling is wederom extern advies ingewonnen. De aandelen zijn dezelfde dag geleverd.
ii. betaling van de koopsom vond plaats door verrekening met een vordering van gelijke hoogte die Mijkoin had op SAB-OO-NIS als gevolg van de onder 2.20 sub a onder (ii) bedoelde cessie.
Gevolg van dit samenstel aan transacties was dat (i) Mijkoin de aandelen Tricomstate die zij in 2014 voor € 1,3 miljoen aan SAB-OO-NIS had verkocht, in het kader van de afwikkeling van de relatie met SAB-OO-NIS voor € 400.000 heeft teruggekocht en dat (ii) van de vordering van € 1,3 miljoen die i3 Holding op SAB-OO-NIS had uit hoofde van de door haar ter financiering van de koopsom aan SAB-OO-NIS verstrekte lening, na afwikkeling van de relatie een ongesecureerde vordering van € 400.000 op Mijkoin resteerde.
2.21Op 5 juli 2017 hebben i3 Holding en i3 Nederland een managementovereenkomst met Bobeas en [B] gesloten, ingaande op 1 oktober 2017. [B] ontving daarvoor een zogenoemde tekenbonus van € 150.000.
2.22Bij notariële geldleningsovereenkomst van 14 februari 2018 heeft i3 Holding een lening van € 472.039 verstrekt aan Bobeas. Volgens deze overeenkomst zou tot zekerheid van de terugbetaling van deze lening een pandrecht op door Bobeas gehouden aandelen in Tricomstate worden gevestigd. Dit is uiteindelijk niet gebeurd.
2.23Op 1 januari 2019 heeft [A] namens i3 Nederland [B] een onherroepelijke en onbeperkte volmacht voor onbepaalde tijd gegeven.
2.24Per einde boekjaar 2019/2020 bedroeg het achterstallig cumulatief preferent dividend van i3 Holding in totaal circa € 1.354.000.
2.25Per 1 januari 2020 heeft ING het krediet van de i3-vennootschappen beperkt tot € 2 miljoen. Per juni 2020 is de kredietfaciliteit geheel beëindigd.
2.26Op 17 april 2020 hebben [A] en [B] verzoeksters uitgenodigd voor een aandeelhoudersvergadering op 7 mei 2020 met als agendapunten, samengevat:
- toelichting op transactievoorstel tot koop 100% van de aandelen i3 Nederland door Bobeas (hierna: het Transactievoorstel);
- besluit inzake concept ‘Intentieovereenkomst op hoofdlijnen overname 100% aandelen i3 Nederland’;
- besluit tot aanwijzing van een vertegenwoordiger i3 Holding inzake de beoogde transactie, in verband met tegenstrijdig belang.
In het Transactievoorstel is onder meer vermeld dat [B] de onderneming onder voorwaarden wil voortzetten en dat de onderneming anders failliet zou gaan. In het bij het Transactievoorstel gevoegde concept-waarderingsrapport is de waarde van de onderneming bepaald op € 4.815.000. Op die waarde is de rekening-courantvordering van i3 Nederland op i3 Holding, die op dat moment € 5.189.000 bedroeg, in zijn geheel in mindering gebracht, waardoor de aandeelhouderswaarde uiteindelijk negatief is. Uit de meegestuurde intentieovereenkomst bleek dat Bobeas een koopprijs van € 100.000 wil betalen.
2.27Vanestate en Dolbeco hebben bij brieven van 30 april 2020, 14 mei 2020 en 3 en 10 juni 2020 bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van i3 Holding kenbaar gemaakt. In het bijzonder hebben zij geklaagd over het Transactievoorstel, de onttrekking aan de onderneming van € 1.300.000, de hoogte van de managementvergoedingen, het gebrek aan overleg met de cumprefhouders en het negeren door [A] van op hem rustende verplichtingen vanwege tegenstrijdig belang.
2.28Op 19 mei 2020 heeft een aandeelhoudersvergadering plaatsgevonden. Daarin zijn geen besluiten genomen. De mogelijkheid voor een minnelijke (uitkoop-)regeling is besproken. Nadien hebben ook verzoeksters een schikkingsvoorstel gedaan. Partijen hebben vervolgens gepoogd hun geschil door middel van mediation op te lossen. Die poging is mislukt.
2.29Op 12 oktober 2020 heeft wederom een aandeelhoudersvergadering plaatsgevonden. Geagendeerd waren onder meer de vaststelling van de geconsolideerde jaarrekeningen over 2016/2017, 2017/2018, 2018/2019 en 2019/2020, besluiten tot decharge van Petrias alsmede de vaststelling van de managementvergoedingen over die jaren. Verzoeksters hebben bij alle besluiten tegengestemd. De meerderheid, bestaande uit Tricomstate Holding en Petrias, heeft voorgestemd, waardoor de besluiten zijn aangenomen.
2.3In februari 2021 heeft Bobeas haar schuld uit de geldlening (inclusief rente) aan i3 Holding geheel afgelost.
3 Het onderzoeksverslag
3.1Het onderzoeksverslag bevat een inleiding en een onderzoeksverantwoording (hoofdstuk 1), beschrijft de herstructurering in 2009-2010 (hoofdstuk 2), de periode na de herstructurering tot de eerstefasebeschikking (hoofdstuk 3), de specifieke onderwerpen van het onderzoek (hoofdstuk 4) en bevat conclusies (hoofdstuk 5). Hoofdstuk 4 vermeldt de volgende onderwerpen:
a. de lening van i3 Holding aan SAB-OO-NIS.;
b. de afwikkeling van de samenwerking met [F] ;
c. de lening van i3 Holding aan Bobeas;
d. de (overige) transacties tussen de i3 Groep en [B] ;
e. het voorstel tot verkoop van 100% van de aandelen van i3 Nederland aan Bobeas.;
f. de deponering van niet-vastgestelde jaarstukken;
g. de door i3 Holding c.s. betaalde managementvergoeding;
h. de beëindiging van de kredietrelatie met ING;
i. de informatieverstrekking door Petrias aan Vanestate en Dolbeco.
3.2In hoofdstuk 5 sluit de onderzoeker het verslag af met de volgende tekst:
5.4Sinds 2014 zijn er ten laste van de i3 Groep en zonder medeweten van Vanestate en Dolbeco diverse geldstromen naar (de familie van) [A] gevloeid: EUR 900.000 ter zake van de verkoop van aandelen aan Saboonis, de royale managementvergoedingen van Petrias en Bobeas en de eveneens royale tekenbonus en variabele bonus van Bobeas. Ook heeft [A] getracht de onderneming van de i3 Groep voor een laag bedrag te verkopen aan zijn zoon. [A] heeft de met Vanestate en Dolbeco gemaakte afspraken over de omgang met een tegenstrijdig belang niet nageleefd en heeft zich ook anderszins gedragen alsof i3 Holding zijn persoonlijk bezit was. Het aan Vanestate en Dolbeco gemaakte verwijt dat zij zich als aandeelhouders te passief zouden hebben opgesteld komt op de onderzoeker over als victim blaming.