4.3.[appellante] heeft zich in dit hoger beroep ten dele bij het oordeel van de kantonrechter neergelegd, een aantal vorderingen gehandhaafd en haar eis ten dele gewijzigd. Thans legt zij de vorderingen voor als geformuleerd in het petitum van de inleidende dagvaarding onder i, ii, v, vi, vii, viii (gewijzigd), ix, x, xi, xvi, xviii, xix en xx. Voor zover die vorderingen (opnieuw) zijn gericht tegen ABN AMRO N.V., die in deze procedure geen partij is, kan [appellante] (opnieuw) niet in die vorderingen worden ontvangen. De gehandhaafde vorderingen tegen ICS (zoals begrepen door het hof) luiden – overeenkomstig de nummering van [appellante] , maar enigszins verkort weergegeven – als volgt:
i. veroordeling van ICS tot onmiddellijke reactivering van de creditcard van [appellante] , en tot betaling van € 2.500, met rente, ten behoeve van betaling aan [naam] , tot betaling van € 50 per dag dat de creditcard geblokkeerd is geweest, en tot betaling van € 100 per dag voor iedere dag dat de creditcard niet tot een bedrag van ten minste € 2.500 wordt gedeblokkeerd;
ii. verbod aan ICS op het eenzijdig verbreken van de creditcard-overeenkomst;
v. verklaring voor recht dat het opvragen, opslaan en verwerken van een (pas)foto in welke vorm dan ook onrechtmatig is, en veroordeling van ICS om foto’s die zij in haar bezit heeft te vernietigen en een verbod aan ICS om foto’s in welke vorm dan ook op te vragen, te bewaren of op te slaan;
vi. verklaring voor recht dat het opvragen, verkrijgen en opslaan en verwerken van het BSN door derden onrechtmatig is;
vii. verklaring voor recht dat de (identificatie)procedure en opslagmethodiek, zoals beschreven in de brief van ICS onrechtmatig is;
viii. veroordeling van ICS om in Nederland en in landen waarin klanten van ICS wonen, kantoorlocaties beschikbaar te stellen waar klanten zich ten overstaan van geautoriseerde werknemers en met inachtneming van de Wwft en de bankierseed kunnen legitimeren;
ix. verklaring voor recht dat ICS sinds 2006 haar bijzondere zorgplicht, informatieplicht, onderzoeksplicht en waarschuwingsplicht jegens haar klanten, onder wie [appellante] , schendt;
x. verklaring voor recht dat ICS [appellante] heeft overgekrediteerd, door nimmer de financiële situatie van [appellante] te inventariseren en presenteren, geen compleet dossier van [appellante] aan te leggen, en rente over het maximale krediet te berekenen;
xi. verklaring voor recht dat ICS schadeplichtig is wegens het uitbesteden van informatie aan derden en daarmee in overtreding is van de AVG;
xvi. veroordeling van ICS tot bevestiging van de datum waarop haar medewerkers, externe medewerkers en werknemers van extern ingehuurde bedrijven de bankierseed hebben afgelegd, voordat zij met hun werkzaamheden van het vergaren van identificatiegegevens zijn begonnen;
xviii. veroordeling van ICS om [appellante] kosteloze opnames van € 2.500 aan een geldautomaat of kassier toe te staan, ter aflossing van haar schuld uit geldlening aan [naam] , met een rentevergoeding;
xix. veroordeling van ICS om [appellante] online toegang te (blijven) verstrekken tot de transacties die zij met behulp van haar creditcard is aangegaan, gedurende de bewaarmijn zoals opgelegd door de belastingdienst, inclusief door deze dienst verleend uitstel;
xx. veroordeling van ICS in de proceskosten, waaronder de nakosten.