ECLI:NL:GHAMS:2024:414
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Eindarrest na tussenarrest inzake erfdienstbaarheid van parkeren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 februari 2024 een eindarrest gewezen na een eerder tussenarrest van 20 juni 2023. In het tussenarrest werd de mogelijkheid geboden aan de geïntimeerden om te bewijzen dat door verjaring een erfdienstbaarheid van parkeren voor de garage van het perceel [perceel 1] was ontstaan, ten behoeve van dat perceel en ten laste van het perceel [perceel 3]. De geïntimeerden hebben echter later besloten om hun eis te verminderen door de vordering tot verklaring voor recht dat een erfdienstbaarheid van parkeren is ontstaan, in te trekken.
In het eindarrest heeft het hof geoordeeld dat het bestreden vonnis voor wat betreft de verklaring voor recht dat een erfdienstbaarheid van uitweg bestaat, zal worden bekrachtigd. Dit betreft het recht om van en naar het perceel Haemstedeplein te gaan vanaf de garage en de tuinpoort, evenals het verbod om camera’s zo af te stellen dat zichtbaar is wie gebruik maakt van de garage van de geïntimeerden. De vordering tot verklaring voor recht dat de geïntimeerden hun auto voor de garage mogen parkeren is ingetrokken, waardoor het hof het bestreden vonnis op dat punt heeft vernietigd.
De appellanten zijn als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die zijn begroot op € 338,- aan verschotten en € 3.642,- voor salaris. Het hof heeft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rechters in de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam.