2.6.Eiseres heeft voorts overeenkomsten gesloten met individuele zorgverleners. Daarin is onder meer het volgende opgenomen:
“In aanmerking nemend:
A. dat [eiseres] partijen faciliteert die voornemens zijn zorg te verlenen en zorg te ontvangen;
B. dat gezien de aard van de werkzaamheden beide partijen niet de wil hebben een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, dan wel onbepaalde tijd aan te gaan;
C. dat de vergoeding van de opdrachtnemer afhankelijk is van zijn behaalde resultaat.
(...)
F. [Eiseres] [opdrachtnemer) een opdracht kan geven tot het verrichten van werkzaamheden, buiten dienstbetrekking, bestaande uit het verlenen van zorg zoals vermeld in het reglement (...)
Komen als volgt overeen:
1. Opdrachtnemer zal van tijd tot tijd in opdracht van [X] werkzaamheden (...) verrichten;
2. Opdrachtnemer is geheel vrij om door [eiseres] aangeboden opdrachten al dan niet in behandeling te nemen. (...)
3. Opdrachtnemer is bij het uitvoeren van de werkzaamheden geheel zelfstandig en zal deze geheel en naar eigen inzicht en naar beste weten kunnen uitvoeren (...). Er is geen sprake van toezicht of leiding van de kant van [eiseres].
4. Opdrachtnemer kan de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door derden laten verrichten, waarbij Opdrachtnemer jegens [eiseres] verantwoordelijk blijft voor de kwaliteit van het door hem afgeleverde werk, als waren de werkzaamheden door hem zelf verricht.
(...)
7. Opdrachtnemer verklaart de overeengekomen werkzaamheden uit te voeren in de zelfstandige uitoefening van zijn/haar beroep. Het over het overeengekomen honorarium verschuldigde bedrag aan inkomstenbelasting en premies sociale verzekering is voor rekening van [opdrachtnemer]. Het door [eiseres] aan [opdrachtnemer) verschuldigde bedrag aan honorarium is inclusief het door [opdrachtnemer] te betalen bedrag aan inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen."
9. Onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst met [bedrijf 1] is een tarievenlijst. In deze lijst wordt, gespecificeerd naar de soort zorg, aangegeven op welke dagen en tijdsblokken zorg wordt verleend met vermelding van het tarief per uur of per dienst. De tarieven zijn all-in en omvatten ook de omzetbelasting. De lijst bevat geen bemiddelingstarieven en evenmin vergoedingen die voor de zorgverleners zijn bestemd. Voor de reiskosten van de zorgverleners is een afzonderlijk bedrag opgenomen.
10. [bedrijf 1] heeft verklaard dat zij eigen personeel in dienstbetrekking heeft dat wordt ingezet in een aantal verzorgingstehuizen van [bedrijf 5] waartoe [bedrijf 1] behoort. Bij een tekort aan eigen personeel worden mensen ingehuurd onder meer die van eiseres. Er is geen verschil in arbeidsomstandigheden en afspraken tussen de eigen werknemers van [bedrijf 1] en zorgverleners die worden ingehuurd. [bedrijf 1] heeft geen afzonderlijke contracten met deze laatste categorie zorgverleners afgesloten.
11. Ook bij [bedrijf 2] respectievelijk [bedrijf 4] wordt blijkens de bij deze instellingen ingestelde onderzoeken op 24 februari 2010 eerst eigen personeel ingezet en bij een tekort wordt daarna geworven bij vaste uitzendbureaus. Indien deze laatsten niet kunnen leveren wordt contact gezocht met eiseres. Ook hier is sprake van all-in tarieven en worden de afspraken gemaakt met eiseres en niet met de individuele zorgverleners. Het is eiseres die zorgdraagt voor de identificatie en kopieën maakt van de ID-bewijzen. [bedrijf 2] respectievelijk [bedrijf 4] weet niet welk bedrag aan de zorgverlener wordt betaald.
12. Ook de samenwerkingsovereenkomsten van eiseres met [bedrijf 6] en [bedrijf 3] , welke huishoudelijk hulp verzorgen, geven eenzelfde beeld. De contracten worden met eiseres gesloten en niet met de individuele zorgverleners. Het is eiseres die factureert en niet de zorgverlener.
13. Tot slot heeft eiseres ook contracten gesloten met freelancers. Eiseres en de zorgverlener bestempelen de overeenkomst als een overeenkomst van opdracht en geven aan dat zij niet de wil hebben een arbeidsovereenkomst aan te gaan. De freelancer is jegens eiseres verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorgverlening en niet aan de zorgbehoevende. Ook de financiële afwikkeling vindt plaats tussen eiseres en de zorgbehoevende. Eiseres verzorgt de betaling aan de freelancers. Onderdeel van de overeenkomst is het “ [naam 2] ” waarin de wederzijdse rechten en plichten nader zijn omschreven. Deze richten zich op de onderlinge relatie van eiseres en de zorgverlener. Een kopie daarvan behoort tot de gedingstukken.
14. In haar uitspraak van 21 juni 2013, zaaknummer AWB 12/3763, heeft de rechtbank de volgende feiten vastgesteld waarvan de rechtbank ook in deze procedure zal uitgaan:
“Belanghebbende heeft overeenkomsten gesloten met zorginstellingen (zie 3.5). De individuele zorgverleners hebben geen overeenkomsten gesloten met zorginstellingen, maar maakten slechts afspraken met belanghebbende. Belanghebbende trad niet terug nadat zij contact had gelegd tussen de zorginstellingen en de individuele zorgverleners. Belanghebbende was verantwoordelijk als contractspartner voor een juiste uitvoering van de werkzaamheden. Belanghebbende zorgde voor vervanging bij ziekte of anderszins van een zorgverlener. De Zorginstellingen maakten alleen met belanghebbende tariefafspraken, niet met de individuele zorgverleners. Belanghebbende declareerde op eigen naam bij de zorginstellingen. De individuele zorgverleners declareerden bij belanghebbende en kregen door haar uitbetaald. De zorginstellingen hadden geen zicht op de bedragen die aan de zorgverleners werden betaald. Als er problemen waren dan was belanghebbende de gesprekspartner van de zorginstellingen. De individuele zorgverleners hebben de werkzaamheden nimmer door een derde laten uitvoeren.”
15. Eiseres heeft haar aansprakelijkheid zowel naar de zorginstelling als naar de zzp-ers contractueel uitgesloten.
16. In 2008 heeft de Belastingdienst een convenant afgesloten inzake bemiddeling in de thuiszorg bij AWBZ-erkende thuiszorginstellingen. Dit convenant is overigens later door de rechter ongeldig verklaard. In de regeling zijn onder andere de volgende modelovereenkomsten opgenomen:
- overeenkomst (tussen zorgverlener en zorgvrager) inzake het verlenen van zorgdiensten in natura;
- overeenkomst (tussen bemiddelingsbureau en zorgvrager) inzake bemiddeling van zorg in natura, en
- overeenkomst (tussen bemiddelingsbureau en zorgverlener) inzake het verrichten van additionele diensten.
Eiseres heeft niet op dergelijke modelovereenkomsten gelijkende overeenkomsten gesloten.
17. Verweerder heeft bij schrijven van 18 december 2012 op verzoek van de rechtbank nadere gegevens verstrekt. Volgens verweerder hebben deze gegevens “betrekking op de namen van degenen aan wie door belanghebbende in de periode waarover de aanslag is opgelegd betalingen zijn gedaan”. De namen van degenen aan wie eiseres (volgens verweerder) betalingen heeft gedaan (hierna ook: de zorgverleners) zijn opgenomen in overzichten (2007 en 2008) waarbij per naam het burgerservicenummer (BSN), het (bank)rekeningnummer en het uitbetaalde bedrag is vermeld. Voorts is vermeld of de betaling – nog steeds: volgens verweerder – al dan niet is aangegeven in de aangifte inkomstenbelasting van de desbetreffende zorgverlener en of al dan niet een VAR-WUO is verleend aan diegene. In een schrijven van 17 januari 2013 van verweerder aan de rechtbank is, voor zover van belang, opgenomen:
“Tijdens de mondelinge behandeling heb ik reeds aangegeven, dat de controle-ambtenaar digitaal de aangiften van de betrokkenen heeft geraadpleegd en aan de hand daarvan een overzicht heeft gemaakt, het overzicht dat door mij op 18 december jl. is verstrekt” en “De wijze waarop de aanslag – rekening houdend met hetgeen reeds in de IB betrokken is – uiteindelijk berekend is, is vermeld in het controlerapport en in het verweerschrift”.
18. In haar uitspraak van 21 juni 2013, zaaknummer AWB 12/3763, r.o. 4.1, heeft rechtbank vastgesteld dat de arbeidsverhouding van de zorgverleners met eiseres moet worden aangemerkt als een fictieve dienstbetrekking in de zin van artikel 2a van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965. Tegen deze uitspraak heeft eiseres hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
19. Ter zitting van het gerechtshof heeft verweerder verklaard dat hem (alsnog) is gebleken dat niet alle stukken die een rol hebben gespeeld bij zijn besluitvorming en hem ter beschikking stonden door hem zijn ingediend. Tot de op de zaak betrekking hebbende stukken als bedoeld in artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) behoort in zijn optiek ook het rapport van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) dat is opgemaakt in het kader van het onder 2.3 van zijn verweerschrift bij de rechtbank bedoelde SIOD-onderzoek. Dat rapport is – aldus verweerder – het ‘strafdossier’ bedoeld in dat onderdeel van het verweerschrift en is ten onrechte niet ingediend.
20. Het gerechtshof heeft in zijn uitspraak van 15 juni 2015 de zaak teruggewezen omdat niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken zijn overgelegd en daarvan in r.o. 5.5. de volgende opsomming gegeven:
- kopieën van de VAT WUO’s van de desbetreffende zorgverleners;
- uitdraaien of kopieën van de geraadpleegde aangiften inkomstenbelasting van de desbetreffende zorgverleners;
- en het SIOD-rapport.
21. Het nader stuk van 4 juni 2015 van eiseres bevat een viertal handgeschreven verklaringen waarin, aldus eiseres, het volgende staat:
“In verschillende bewoordingen geven [de zorgverleners] aan dat het in de praktijk voorkwam dat [de zorgverleners] een dienst niet persoonlijk konden uitvoeren, en dat [de zorgverleners] hiervoor zelf vervanging hebben geregeld”.
Eiseres heeft ter zitting van het gerechtshof aangeboden op dit punt nader bewijs te leveren in de vorm van het horen van getuigen.
22. Na verwijzing van de zaak door het gerechtshof naar de rechtbank heeft verweerder alsnog bij brief van 16 juni 2017 de in overweging 5.5 van de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam vermelde stukken in het geding gebracht, dit met uitzondering van de VAR-verklaringen. Verweerder stelt hier niet over te hebben beschikt en ook niet over te kunnen beschikken.”