ECLI:NL:HR:2012:BX7173
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- C.B. Bavinck
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de onjuiste adressering van de uitnodiging voor de zitting en de terugwijzing naar de Rechtbank
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 juni 2011, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2006. De Rechtbank te 's-Gravenhage had eerder het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende hoger beroep instelde bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, waarop belanghebbende cassatie aantekende.
De Hoge Raad oordeelt dat de uitnodiging voor de zitting van de Rechtbank onjuist was geadresseerd, waardoor belanghebbende niet in staat was om het onderzoek bij te wonen. Desondanks oordeelt de Hoge Raad dat dit verzuim niet leidt tot cassatie. Het Hof had geoordeeld dat de door belanghebbende ingebrachte feiten en omstandigheden onvoldoende waren om aan te nemen dat haar werkzaamheden meer omvatten dan normaal actief vermogensbeheer. Dit oordeel van het Hof impliceert dat de zaak niet opnieuw voor feitelijk onderzoek door de Rechtbank behoeft te worden behandeld.
De Hoge Raad concludeert dat de klachten van belanghebbende, die aanvoeren dat het Hof ten onrechte niet is ingegaan op de grief met betrekking tot het verzuim van de Rechtbank, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president Overgaauw, samen met de raadsheren Bavinck en Sterk, en openbaar uitgesproken op 14 september 2012.