In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland. De zaak draait om effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten tussen Dexia en de geïntimeerde, waarbij de tussenpersoon Spaar Select betrokken was. De centrale vraag is of Dexia aansprakelijk is voor de schade die de geïntimeerde heeft geleden, als gevolg van het advies dat door Spaar Select is gegeven. Het hof verwijst naar het bestreden vonnis van 8 december 2022 en stelt vast dat de feiten zoals vastgesteld door de kantonrechter niet zijn betwist. Dexia heeft in hoger beroep grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis, terwijl de geïntimeerde heeft geconcludeerd tot verwerping van de grieven en bekrachtiging van het vonnis.
Het hof oordeelt dat Spaar Select als effectenbemiddelaar heeft opgetreden zonder de vereiste vergunning en dat Dexia, als effecteninstelling, had moeten weten dat Spaar Select advies gaf aan de geïntimeerde. Dit leidt tot de conclusie dat Dexia aansprakelijk is voor de schade die de geïntimeerde heeft geleden. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis en veroordeelt Dexia in de proceskosten van het hoger beroep. De schadevergoeding die Dexia aan de geïntimeerde moet betalen, omvat de door de geïntimeerde betaalde inleg en de wettelijke rente over het te restitueren bedrag. Het hof benadrukt dat de billijkheid vereist dat de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand blijft, ongeacht de eigen schuld van de geïntimeerde.