Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 8 februari 2024
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
De vrouw heeft, tegenover de gemotiveerde betwisting door de man, niet nader onderbouwd dat in Argentinië momenteel (nog) een bodemprocedure over (de verdeling van) het huwelijkse vermogen aanhangig is, zodat dit evenmin voor de Nederlandse rechter aanleiding vormt om zich onbevoegd te verklaren van het geschil kennis te nemen. Verder overweegt de Argentijnse rechter al dat een voorzorgsmaatregel onderworpen is aan de regels die gelden in het land van ligging van het onroerend goed, hetgeen voorstelbaar is nu het gaat om een bewarende maatregel. (…) Dat de vrouw in Argentinië een procedure aanhangig heeft gemaakt, die tot het vonnis van 14 december 2022 heeft geleid, heeft derhalve niet tot gevolg dat de Nederlandse rechter zich onbevoegd dient te verklaren (of anderszins niet over de woning zou mogen beslissen).”