In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 19 november 2024, staat de effectenleaseovereenkomst tussen appellante en Dexia Nederland B.V. centraal. Appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.B. Maliepaard, heeft in hoger beroep de beslissing van de kantonrechter aangevochten, die de vordering van Dexia had toegewezen. De kern van de zaak betreft de advisering door de tussenpersoon Spaar Select, die volgens appellante niet beschikte over de vereiste vergunning om advies te geven. Het hof oordeelt dat Dexia haar waarschuwingsplicht heeft geschonden en dat de advisering door Spaar Select vergunningplichtig was. Dit betekent dat Dexia aansprakelijk is voor de schade die appellante heeft geleden door de effectenleaseovereenkomst aan te gaan zonder de juiste advisering.
Het hof heeft vastgesteld dat de vorderingen van appellante niet zijn verjaard, omdat zij tijdig heeft gereageerd op de schade en de aansprakelijkheid van Dexia. De verjaringstermijn is gestuit door meerdere stuitingsbrieven die binnen de wettelijke termijn zijn verzonden. Het hof concludeert dat Dexia volledig aansprakelijk is voor de schade van appellante, die moet worden vergoed. De eerdere uitspraak van de kantonrechter wordt vernietigd, en Dexia wordt veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van financiële instellingen om te zorgen voor correcte advisering en de gevolgen van het niet naleven van vergunningseisen in de effectenhandel.