Uitspraak
13-029150-23 tegen
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
17 januari 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Vonnis waarvan beroep
- de nadere bewijsoverweging van de politierechter vervangt door de navolgende bewijsoverweging;
- de bewijsmiddelen aanvult met navolgend bewijsmiddel;
- een beslissing neemt over het verzoek tot oplegging van een schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer01] .
Bewijsoverweging
Aanvullend bewijsmiddel
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 26 april 2023.Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik heb de ring, de parfum en de drank meegenomen [het hof begrijpt uit de context: op 16 december 2022].
Schadevergoedingsmaatregel
€ 785,00 materiële schade en € 1.000,00 immateriële schade.
BESLISSING
31 januari 2024.