Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
4.Het oordeel van de rechtbank
Artikel 8.17 Wet IB 2001 (tekst 2017)
Artikel 12 van het Protocol (Nr. 7) betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese unie bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
5.Beoordeling van het geschil in het hoger beroep van belanghebbende
6.Beoordeling van het geschil in het hoger beroep van de inspecteur
Kamerstukken II1994/95, 23941, B, p. 2) waarin naar voren komt dat de ouderenaftrek als voorloper van de ouderenkorting bedoeld is om de inkomenspositie van specifieke groepen ouderen te verbeteren en hetgeen in overweging 3.9 van de uitspraak van de rechtbank is opgenomen (zie het aldaar opgenomen citaat). Het Hof is van oordeel dat hiermee gegeven is dat het sociale karakter van de maatregel overheerst. Het desondanks toekennen van de hoge ouderenkorting aan belanghebbende zou er toe leiden dat het sociaal bedoelde belastingvoordeel terecht komt bij personen waarvoor dit voordeel niet is bedoeld (en dat die sociale maatregel daardoor wordt vertekend). Daardoor zouden namelijk ouderen (zoals belanghebbende) wier inkomenspositie in het geheel niet fragiel is financiële ondersteuning ontvangen. Dit zou neerkomen op een voorkeursbehandeling van (voormalige) ambtenaren van de Unie en dat schrijft artikel 12 van het Protocol niet voor (zie HvJ 14 oktober 1999, Vander Zwalmen en Massart, C‑229/98, EU:C:1999:501, punt 25).
7.Kosten
8.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.