Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 16 mei 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in een auto (te weten een Volkswagen Caddy, voorzien van een kenteken [kenteken 2] ) (met daarin een of meerdere (automatische) vuurwapens) immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) toen en aldaar opzettelijk
hij op of omstreeks 16 mei 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen,
hij op 16 mei 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk
hij op 16 mei 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk (een)
Vonnis waarvan beroep
Overwegingen omtrent het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 16 mei 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers hebben verdachte en zijn mededaders met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg met automatische vuurwapens meerdereschoten afgevuurd op [slachtoffer 1] , ten gevolge waarvan [slachtoffer 1] is overleden;
2.
hij op 16 mei 2021 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met zijn mededaders met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg met automatische vuurwapens meerdere schoten heeft afgevuurd op [slachtoffer 2] ;
hij op 16 mei 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk brand heeft gesticht in een Volkswagen Caddy, voorzien van een kenteken [kenteken 2] , met daarin automatische vuurwapens, immers hebben verdachte en zijn mededaders opzettelijk benzine, althans een brandbare vloeistof, in die auto gegoten en vervolgens vuur in aanraking met die brandbare vloeistof gebracht ten gevolge waarvan die auto is verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
hij op 16 mei 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, twee vuurwapens van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten twee aanvalsgeweren, van het merk Crvena Zastava M70, geschikt om automatisch mee te vuren, voorhanden heeft gehad;
hij op 16 mei 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk
hij op 16 mei 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging anderen, opzettelijk en wederrechtelijk een
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
“zover hij kon – openheid van zaken heeft gegeven over de beweegredenen van zijn handelingen, spijt heeft betuigd en als enige zijn verantwoordelijkheid heeft genomen tegenover de nabestaanden”, de jeugdige leeftijd van de verdachte en de inhoud van de deskundigenrapporten.
volwassenenstrafrecht.
“(…) een wond die de tijd maar moeilijk gaat helen. Een altijd aanwezig en voortdurend gemis, een altijd aanwezig gevoel van verdriet en pijn. Niet altijd op de voorgrond, maar wel altijd aanwezig. En dat is een zware last…”.
een gevangenisstraf van lange duur.
“Gezien de ASS en LVB-problematiek zal betrokkene zijn leven lang enige vorm van begeleiding nodig hebben”, alsmede (pagina’s 30-31):
“De problematiek, zoals gesteld bij betrokkene, is chronisch van aard en zal naar verwachting nog steeds aanwezig zijn na afloop van de gevangenisstraf, waardoor hij mogelijk nog langere tijd in enige mate ondersteuning/begeleiding zal behoeven”, aldus de reclassering.
22 jaren(twee jaar meer dan de rechtbank heeft opgelegd) passend. Zonder iets af te willen doen aan de strafdoelen van vergelding en generale preventie wordt met de oplegging van deze straf toereikend recht gedaan, ook aan de persoon van de verdachte, zoals hiervoor uiteengezet.
GVMals bedoeld in artikel 38z Sr opleggen. In reactie op het op dit onderdeel gevoerde verweer overweegt het hof dat deze maatregel in de toekomst, na ommekomst van de gevangenisstraf, eerst kan worden tenuitvoergelegd nadat het Openbaar Ministerie daartoe tijdig een vordering bij de rechtbank indient, waarbij een recent reclasseringsadvies moet worden overgelegd (artikel 6:6:23a Sv). Het is aan de rechtbank om alsdan de noodzaak van tenuitvoerlegging van de maatregel te bepalen.
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) jaren.
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking (GVM).
teruggaveaan de verdachte van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een mobiele telefoon (goednummer: 6061115).
€ 22.237,95 (tweeëntwintigduizend tweehonderdzevenendertig euro en vijfennegentig cent), bestaande uit € 4.737,95 (vierduizend zevenhonderdzevenendertig euro en vijfennegentig cent) aan materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) aan immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
Staat, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
146 (honderdzesenveertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Staat, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [benadeelde partij 2] , ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
122 (honderdtweeëntwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.