Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[appellant 2] ,
[appellant 3] ,
[appellant 4] ,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
- plotselinge stijging van de woonlasten bij canonherziening einde tijdvak;
- onvoorspelbaarheid van de nieuwe canon en daardoor onzekerheid over toekomstige woonlasten;
- terughoudendheid van banken bij de financiering van erfpachtwoningen;
- ingewikkelde procedures bij de vaststelling van de nieuwe canon; (…)
kan in het nieuwe stelsel kiezen voor canonbetaling of om in één keer af te kopen. De hoogte van de canon wordt jaarlijks geïndexeerd (b.v. met inflatie) maar wordt bij ongewijzigd gebruik dus niet meer aangepast op de grondwaardeontwikkeling. (…)
Het eeuwigdurende erfpachtstelsel uitgewerktis onder meer vermeld:
4.Beoordeling
de canonte herzien. De bedingen zijn volgens [appellanten] . onvoldoende transparant en laten toe, aldus de toelichting op de grieven, dat de canonherziening aan het einde van het tijdvak onaanvaardbaar hoog zal uitvallen, waartegen [appellanten] . onvoldoende zijn beschermd. Dit leidt tot een ernstige verstoring van het evenwicht ten nadele van [appellanten] . Bij afzonderlijke onderhandeling zouden zij nooit hebben ingestemd met dit beding. Door deze bedingen zijn [appellanten] . niet in staat geweest om zich een voldoende beeld te vormen van de financiële implicaties van het oude erfpachtrecht in vergelijking tot die van het nieuwe erfpachtrecht, waarop zij inmiddels zijn overgestapt. Als de bedingen niet inroepbaar zijn, vanwege het oneerlijke karakter, dan heeft dat gevolgen voor de financiële situatie van [appellanten] . onder het oude erfpachtrecht, die zij niet hebben kunnen vergelijken met de financiële situatie waarin zij zijn beland door de overstap, aldus nog steeds [appellanten] .
zonderherzieningsbeding. [appellant 3] en [appellant 2] stellen dat het huns inziens oneerlijke herzieningsbeding een drukkend effect heeft gehad op de prijs waartegen zij hun erfpachtrecht in 2019 hebben verkocht en dat zij daardoor schade hebben geleden. Anders dan de Gemeente betoogt, hebben [appellanten] . belang bij bespreking van deze grieven.
SEBA I) heeft overwogen gaat om het tijdstip waarop de voorwaarden door de Gemeente zijn bedongen. Ook bij verkrijging na 31 december 1994 van een vóór die datum gevestigd erfpachtrecht is de eerder bedoelde richtlijnconforme uitleg derhalve niet aan de orde. De grieven 1 tot en met 4 voor zover ingediend door [appellant 1] hebben dan ook geen succes.
SEBA I(arrest van 29 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:769) reeds uitgelaten over de vraag of een beding dat een gemeente de bevoegdheid geeft om algemene erfpachtvoorwaarden eenzijdig te wijzigen al dan niet onredelijk bezwarend is. Het ging in die zaak om de bevoegdheid om
allealgemene erfpachtvoorwaarden eenzijdig te wijzen. In zijn arrest van 22 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1830 (
ABN AMRO/SDB en [naam 1]) is de Hoge Raad onder meer nader ingegaan op het
SEBA Iarrest en heeft als volgt overwogen, voor zover hier van belang:
gemeentezijn uitgegeven en niet door een particuliere partij.
in het algemeen, aan die beginselen moeten voldoen.
[naam 1], lagen dus besloten in de rechtsverhouding tussen, enerzijds, [appellanten 2-4] dan wel hun rechtsvoorgangers aan wie de grond voorheen in erfpacht is uitgegeven en, anderzijds, de Gemeente en zijn verbonden met de bijzondere positie van de gemeentelijke overheid en met het gemeentelijke erfpachtbeleid. Zij kunnen aldus bijdragen tot het oordeel dat het canonherzieningsbeding in de AB2000 niet onredelijk bezwarend is.
[naam 1] ,van belang of voor de burger (in dit geval: [appellanten 2-4] dan wel hun rechtsvoorgangers) bij het aangaan van de erfpachtovereenkomst met de Gemeente duidelijk was dat de totstandkoming van het canonherzieningsbeding wordt gekenmerkt door de beperkingen als hiervoor besproken. Er is geenszins gebleken dat dit niet het geval is geweest. Alle door de Gemeente vastgestelde algemene bepalingen zijn gepubliceerd op de website van de Gemeente en het daartoe bestemde openbare register (Kadaster) en zijn aldus toegankelijk voor eenieder. De Gemeente heeft verder onbetwist gesteld dat periodieke herziening van canon bij aanvang van een nieuw tijdvak sinds lang een gebruikelijk en bestendig onderdeel is van de erfpachtpraktijk en dat de onderliggende stukken over de besluitvorming hierover (inclusief de voorbereiding) telkens openbaar worden gemaakt. Daaruit blijkt uitvoerig wat de redenen en achtergrond zijn van de periodieke herziening van de canon. Het gaat om een kenbaar en kenmerkend aspect van erfpacht in het algemeen, en ook binnen de Gemeente.
huidigegrondwaardebeleid en dat nog niet duidelijk is hoe het grondwaardebeleid zou luiden op het tijdstip / de tijdstippen waarop de Gemeente gebruik zou gaan maken van het canonherzieningsbeding zoals opgenomen onder de oude, voortdurende erfpachtrechten van [appellanten 2-4] De onder hun oude erfpachtrecht geldende tijdvakken lopen bij [appellant 2] , [appellant 3] en [appellant 4] op zeer uiteenlopende tijdstippen af, namelijk op 30 november 2032 en 30 april 2059. Het moet de Gemeente vrijstaan om het grondwaardebeleid tegen die tijd (telkens) aan te passen op basis van de omstandigheden die zich dán voordoen.
op voorhandinzichtelijk te maken wat de hoogte van grondwaarden en canonpercentages ten tijde van herziening van canon aan het einde van een langdurig tijdvak zullen zijn.
repeat playerinvloed heeft en uitoefent op deskundigen, is niet gebleken. [appellanten 2-4] hebben die stelling alleen met algemeenheden onderbouwd en niet met concrete feiten en omstandigheden. Het in dit verband gedane bewijsaanbod wordt daarom gepasseerd. Bovendien voorziet artikel 34 AB2000 erin dat de Gemeente en [appellant 2] ieder een deskundige benoemen, die samen een derde deskundige aanwijzen, terwijl [appellanten 2-4] ook kunnen kiezen voor een gang naar de rechter op grond van artikel 34 lid 2 AB2000. Naar het oordeel van het hof zijn de belangen van [appellanten 2-4] met één en ander voldoende gewaarborgd. De omstandigheid dat [appellanten 2-4] in de helft van de kosten van de deskundigen moeten bijdragen, brengt niet mee dat het canonherzieningsbeding oneerlijk is.
voortdurendeerfpacht maatgevend te laten zijn voor een aanbod tot overstap naar
eeuwigdurendeerfpacht. Ook het percentage voor de vijf posten van risico’s en kosten zoals genoemd in het rapport van de Grondwaardecommissie (1,5%) dat de Gemeente hanteert bij het bepalen van de verdisconteringsvoet kan, gelet op de gemotiveerde betwisting door de Gemeente, niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid worden geacht.