Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
behoorlijke, aanvullende verzekering van werknemers, zoals cliënte, wier werkzaamheden ertoe kunnen leiden dat zij als bestuurders van een motorrijtuig bij een verkeersongeval betrokken raken.
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
opeisbaarheidvan zijn uitkering bekend is geworden. Zolang een benadeelde de verzekerde echter nog niet aansprakelijk heeft gesteld, heeft deze laatste nog slechts een voorwaardelijke, niet-opeisbare vordering op zijn verzekeraar. Zie o.m. Asser-Clausing-Wansink (tweede druk, 2007), no. 245. Pas als de verzekerde aansprakelijk is gesteld heeft hij een opeisbare vordering op zijn verzekeraar en op dat moment neemt de termijn van drie jaren een aanvang.”
€ 6.642(tarief VI, 1,5 punt)