Uitspraak
1.Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in hoger beroep zaak A feit 1
2.Onderzoek van de zaak
3.Vonnis waarvan beroep
4.Tenlasteleggingen
zij in of omstreeks de periode van 1 november 2013 tot en met 15 juni 2014 te Amsterdam en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, door:
- veelvuldig (onderling en/of met anderen) telefonisch/ping contact(en) gehad en/of onderhouden en/of
- een of meerdere geldbedragen (89230 euro en/of 230000 euro) voorhanden gehad en/of
- een of meerdere voertuigen (een (personen)auto (merk Citroen Berlingo, met [kenteken] ) en/of een (personen)auto (merk Volkswagen Jetta, met [kenteken] ) en/of een auto (merk Mercedes Vito, met [kenteken] ) voorhanden gehad en/of ter beschikking gesteld en/of
- een of meerdere woningen/panden (de woning(en)/pand(en) gelegen aan de perce(e)l(en) [adres 2] te Amsterdam en/of [adres 3] te Amsterdam en/of [adres 4] te Amsterdam en/of [adres 5] te Amsterdam Zuidoost en/of [adres 6] te Diemen en/of [adres 7] te Rotterdam) ter beschikking gesteld waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
zij en/of haar medeverdachte(n) in of omstreeks de periode van 1 november 2013 tot en met 15 juni 2014 te Amsterdam en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, hebben deelgenomen aan een criminele organisatie met het oogmerk om een feit/feiten als bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een of meerdere hoeveelhe(i)d(en)cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- veelvuldig (onderling en/of met anderen) telefonisch/ping contact(en) gehad en/of onderhouden en/of
- een of meerdere geldbedragen (89230 euro en/of 230000 euro) voorhanden heeft/hebben gehad en/of
- een of meerdere voertuigen (een (personen)auto (merk Citroen Berlingo, met [kenteken] ) en/of een (personen)auto (merk Volkswagen Jetta, met [kenteken] ) en/of een auto (merk Mercedes Vito, met [kenteken] ) voorhanden heeft/hebben gehad en/of ter beschikking heeft/hebben gesteld en/of
- een of meerdere woningen/panden (de woning(en)/pand(en) gelegen aan de perce(e)l(en) [adres 2] te Amsterdam en/of [adres 3] te Amsterdam en/of [adres 4] te Amsterdam en/of [adres 5] te Amsterdam-Zuidoost en/of [adres 6] te Diemen en/of [adres 7] te Rotterdam) ter beschikking heeft/hebben gesteld waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) zulks terwijl zij, verdachte, (een van) de leider(s) van voormelde organisatie was;
- [medeverdachte 2] en/of
- [medeverdachte 3] en/of
- [medeverdachte 4]
- [medeverdachte 5] en/of
- [medeverdachte 6] en/of
- [medeverdachte 7]
- het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en of het bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen danwel het opzettelijk aanwezig hebben van een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, in elk geval van een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevatten cocaïne, in elk geval van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I ( artikel 2 Opiumwet) en/of
- het (gewoonte)witwassen van een of meerdere geldbedrag(en) uit misdrijf afkomstig (artikel 420 bis Wetboek van Strafrecht) zulks terwijl zij, verdachte, (een van) de leider(s) van voormelde organisatie was.
zij op of omstreeks 12 juni 2014, te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) (totale waarde 89 230 euro), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van (een) voorwerp(en), gebruik heeft gemaakt, terwijl zij wist dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit enig misdrijf.
5.Interpretatie van de tenlastelegging
6.Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging
- een proces-verbaal van bevindingen van opsporingsambtenaar T-027 van 30 september 2019, die relateert dat hij op 8 juli 2015 is benaderd door een projectleider van de FIOD met de mededeling dat het onderzoeksteam van de FIOD contact onderhield met de Italiaanse overheid en dat de Italiaanse overheid in Italië contact had met een spijtoptant, namelijk [getuige] , die kon verklaren over zijn contacten met subjecten binnen het onderzoek 13Koelruit. Het onderzoeksteam gaf aan dat zij eerst een verzoek zouden indienen om deze spijtoptant te horen, naar het hof begrijpt in een ander onderzoek. Vervolgens is een verzoek gedaan [getuige] te horen, naar het hof begrijpt in het onderzoek 13Koelruit. Dit verzoek heeft geleid tot het verhoor van 21 april 2018; en
- een proces-verbaal van 24 februari 2020 waarin [officier van justitie] uitlegt dat zij medio juli 2018 de officiële en vertaalde stukken van dit verhoor heeft ontvangen. Toen duidelijk was welke advocaat-generaal de zaak zou behandelen, zijn de stukken zo snel mogelijk verstrekt. Dit was in maart 2019.
- Nederlandse vertalingen van delen van de verklaringen van de getuige [getuige] van 13 en 14 december 2016 en 9 en 10 mei 2017;
- een proces-verbaal van bevindingen van [opsporingsambtenaar] , werkzaam bij de FIOD, van 4 februari 2022. Hierin wordt gerelateerd dat de getuige [getuige] in het Italiaanse strafrechtelijk onderzoek Sante Fe verklaringen heeft afgelegd. Deze verklaringen bleken mede betrekking te hebben op verdachten die betrokken waren in het strafrechtelijk onderzoek Pollino, een gezamenlijk onderzoek van de Italiaanse, Duitse en Nederlandse autoriteiten waarvoor op 18 oktober 2016 een JIT-overeenkomst was gesloten. Het onderzoek Pollino had geen betrekking op verdachten uit het onderzoek 13Koelruit. Omdat de getuige [getuige] ook verklaringen had afgelegd met betrekking tot het Duitse en Nederlandse deel van het onderzoek Pollino, is hij op verzoek van de Duitse en Nederlandse autoriteiten binnen het JIT Pollino gehoord. Deze verhoren werden uitgevoerd door FIOD/politie en justitie van Italië, Duitsland en Nederland gezamenlijk en vonden plaats op 13 en 14 december 2016 en 9 en 10 mei 2017 in Italië. Uit politiesystemen was inmiddels gebleken van een mogelijke link met de Nederlandse onderzoeken 13Cumana en 13Koelruit. Ten behoeve van de verhoren van 9 en 10 mei 2017 is contact gezocht met het Nederlandse onderzoeksteam Cumana/Koelruit en mede aan de hand van uit die onderzoeken verkregen informatie zijn op 9 en 10 mei 2017 vragen gesteld aan de getuige [getuige] ;
- een brief van [officier van justitie] aan [persoon] , Deputy Public Prosecutor bij de DDA Reggio Calabria van 3 februari 2022 waarin toestemming wordt verzocht om - kort gezegd - de hiervoor genoemde delen van de verklaringen van [getuige] van 13 en 14 december 2016 en 9 en 10 mei 2017 in het onderzoek 13Koelruit te mogen gebruiken;
- een Nederlandse vertaling van een brief van de hoofdofficier van justitie van het parket Reggio Calabria van 7 maart 2022 waarin de verzochte toestemming wordt verleend.
7.Waardering van het bewijs
Identificatie Ping-gebruikers en bijnamen
- [medeverdachte 7] heeft gebruik gemaakt van de Ping- en/of bijnamen [bijnaam 1] , [bijnaam 2] , [bijnaam 3] , [bijnaam 4] en [bijnaam 5] .
- [medeverdachte 1] heeft gebruik gemaakt van de Ping-naam [bijnaam 6] .
- [verdachte] heeft gebruik gemaakt van de Ping- en/of bijnamen [bijnaam 7] , [bijnaam 8] , [verdachte] , [bijnaam 9] , [bijnaam 10] , [bijnaam 11] en [bijnaam 12] .
- [medeverdachte 5] heeft gebruik gemaakt van de Ping-naam [bijnaam 13] .
- [medeverdachte 6] heeft gebruik gemaakt van de Ping- en/of bijnamen [bijnaam 14] , [bijnaam 15] en [bijnaam 16] .
- [medeverdachte 2] heeft gebruik gemaakt van de Ping- en/of bijnamen [bijnaam 17] en [bijnaam 18] en [bijnaam 19] .
- [medeverdachte 3] heeft gebruik gemaakt van de Ping- en/of bijnamen [bijnaam 20] en [bijnaam 21] .
De bewijswaarde van de (ping)berichten
Zaak A feit 2 (voorbereidingshandelingen Opiumwet) en feit 3 (als leider deelnemen aan een criminele organisatie)
Voor 'deelneming' in de zin van artikel 140 Sr is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. De betrokkene hoeft geen wetenschap te hebben van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd.
Bij de vaststelling van het oogmerk kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie al zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking – zoals dat kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie – en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Zaak B (zaaksdossier ‘Phone en Tone’)
Voorwaardelijke verzoeken
in beginselop grond van de in artikel 6 van het EVRM gegarandeerde waarborgen, met het beginsel van equality of arms als centraal thema, het recht heeft toegang te verkrijgen tot al het materiaal dat zowel ten nadele als ten gunste van de verdachte kan worden gebruikt. Daarbij gaat het niet alleen om dit
material evidence(vgl. EHRM 16 december 1992, nr. 13071/87 (
Edwards/Verenigd Koninkrijk), maar ook om
other evidence that might relate to the admissibility, reliability and completeness of the evidence(vgl. EHRM 4 april 2017, nr. 2742/12 (
Matanovic/Kroatie)). Het hof onderkent in dat licht dat de verdediging deze mogelijkheid moet hebben, teneinde verweren te kunnen formuleren in het kader van de lopende strafzaak, ook waar het gaat om toegepaste methoden van opsporing en de resultaten van dat onderzoek. Op de rechter rust de verplichting erop toe te zien dat aan deze vereisten gedurende de berechting is voldaan. Aan deze vereisten is in het algemeen voldaan als de verdachte, al dan niet naar aanleiding van door of namens hem gedane verzoeken, beschikt over de informatie die redelijkerwijs relevant kan worden geacht voor het kunnen formuleren van verweren in het kader van de strafzaak, zoals hiervoor bedoeld.
fishing expeditionsvormt onder omstandigheden een nadere beperking op dit recht op toegang (vgl. EHRM 4 september 2019, nr. 39757/15 (
Sigurður Einarsson e.a../IJsland). Bij de beoordeling van verzoeken komt daarmee, naast de relevantie voor de strafzaak, ook betekenis toe aan de aannemelijkheid, juistheid en volledigheid van de door de verdediging aan de verzoeken ten grondslag gelegde (feitelijke) motivering.
'to have adequate facilities for the preparation of his defence'en dat toewijzing van de verzoeken van de verdediging, mede in het licht van het ontbreken van een deugdelijke motivering, niet noodzakelijk is zodat deze worden afgewezen.
[medeverdachte 1]betreft, dat in het kader van een rechtshulpverzoek van Nederland aan Colombia uitgevoerd zou worden door de Colombiaanse autoriteiten. Dat dit verhoor op 25 juni 2024 had kunnen plaatsvinden, ware het niet dat [medeverdachte 1] niet gehoord wilde worden omdat haar raadsman niet fysiek aanwezig was, en nu mogelijk in augustus 2024 zal plaatsvinden, doet niet af aan de inhoud van het proces-verbaal van bevindingen van de raadsheer-commissaris. Het hof overweegt voorts dat het hier een getuige betreft wiens verhoor het hof ruim vijf jaar heeft bevolen en dat het tot op heden niet mogelijk is gebleken haar te horen en het moment van een toekomstig verhoor nog steeds speculatief is. Het hof betrekt verder bij zijn oordeel over de aanvaardbaarheid van de termijn dat de nadere - en niet geheel juist gebleken - informatie per mail van 30 juni 2024 bij het hof is ingebracht en dat de nadere onderbouwing door de verdediging van het voorwaardelijke verzoek ter terechtzitting van 2 juli 2024, anderhalf uur voordat de zaak samen met de zaken van de medeverdachten voor uitspraak stond gepland, is gegeven. Toewijzing van het verzoek zou ertoe leiden dat de uitspraak van [verdachte] zou moeten worden uitgesteld en er een nieuwe zittingscombinatie haar zaak opnieuw zou moeten behandelen, terwijl de procedure in hoger beroep thans al ruim zesenenhalf jaar duurt.
Eerlijk proces
De raadsvrouw van [medeverdachte 1] heeft net aangegeven dat haar cliënte een verklaring gaat
8.Bewezenverklaring
zij in de periode van 1 november 2013 tot en met 15 juni 2014 in in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden cocaïne, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen zich en/of anderen gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen, door:
zij in de periode van 1 november 2013 tot en met 15 juni 2014 te Amsterdam en Rotterdam, in elk geval in Nederland heeft deelgenomen aan een criminele organisatie met het oogmerk om een feit/feiten als bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet te plegen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden cocaïne
- [medeverdachte 2] en
- [medeverdachte 3] en
- [medeverdachte 4] en
- [medeverdachte 5] en
- [medeverdachte 6] en
- [medeverdachte 7] en
- het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en of het bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen danwel het opzettelijk aanwezig hebben van hoeveelheden cocaïne en
- het (gewoonte)witwassen van meerdere geldbedragen uit misdrijf afkomstig
zij op 12 juni 2014 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een anderen een geldbedrag (totale waarde 89 230 euro) voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen , terwijl zij wist dat dat geldbedrag geheel of gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit enig misdrijf.
9.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
10.Strafbaarheid van de verdachte
11.Oplegging van straf
12.Beslag
- 2. 1.00 STK Zaktelefoon Kl:zwart NOKIA (4777222);
- 3. 1.00 STK Zaktelefoon K1:zwart BLACKBERRY Curve 9380 (4777227);
- 4. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777230);
- 5. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777234);
- 6. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777236);
- 7. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777278);
- 8. 1.00 STK Computer ASUS tablet (4777598);
- 9. 1.00 STK Zaktelefoon APPLE Iphone 5 (4777600);
- 10. 1.00 STK Zaktelefoon BLACKBERRY (4777601);
- 11. 1.00 STK Zaktelefoon BLACKBERRY (4777602);
- 12. 1.00 STK Zaktelefoon BLACKBERRY 9320 (4777642);
- 14. 1.00 STK Pas MASTERCARD (4790921);
- 15. 1.00 STK Pas ING (4790927);
- 16. 1.00 STK Pas ABN ABRO (4790931);
- 17. 1.00 STK Pas RABOBANK Europas (4790934);
- 18. 1.00 STK Pas ING (4790938);
- 19. 1.00 STK Pas RABOBANK Wereldpas (4790940);
- 20. 1.00 STK Pas BBVA (4790948);
- 21. 1.00 STK Navigator TOM TOM ONE (4798780);
- 7. 1.00 STK Creditcard Rabocard [nummer] (4932114).
- 2. 1.00 STK Zaktelefoon Kl:zwart NOKIA (4777222);
- 3. 1.00 STK Zaktelefoon K1:zwart BLACKBERRY Curve 9380 (4777227);
- 4. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777230);
- 5. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777234);
- 6. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777236);
- 7. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777278);
- 8. 1.00 STK Computer ASUS tablet (4777598);
- 9. 1.00 STK Zaktelefoon APPLE Iphone 5 (4777600);
- 11. 1.00 STK Zaktelefoon BLACKBERRY (4777602);
- 12. 1.00 STK Zaktelefoon BLACKBERRY 9320 (4777642);
- 14. 1.00 STK Pas MASTERCARD (4790921);
- 15. 1.00 STK Pas ING (4790927);
- 16. 1.00 STK Pas ABN ABRO (4790931);
- 17. 1.00 STK Pas RABOBANK Europas (4790934);
- 18. 1.00 STK Pas ING (4790938);
- 19. 1.00 STK Pas RABOBANK Wereldpas (4790940);
- 20. 1.00 STK Pas BBVA (4790948);
- 21. 1.00 STK Navigator TOM TOM ONE (4798780);
- 7. 1.00 STK Creditcard Rabocard (4932114).
13.Toepasselijke wettelijke voorschriften
14.BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden.
- 10. 1.00 STK Zaktelefoon BLACKBERRY (4777601).
- 13. 1.00 STK Zaktelefoon BLACKBERRY 9320 (4777906).
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 2. 1.00 STK Zaktelefoon Kl:zwart NOKIA (4777222);
- 3. 1.00 STK Zaktelefoon K1:zwart BLACKBERRY Curve 9380 (4777227);
- 4. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777230);
- 5. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777234);
- 6. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777236);
- 7. 1.00 STK Zaktelefoon NOKIA (4777278);
- 8. 1.00 STK Computer ASUS tablet (4777598);
- 9. 1.00 STK Zaktelefoon APPLE Iphone 5 (4777600);
- 11. 1.00 STK Zaktelefoon BLACKBERRY (4777602);
- 12. 1.00 STK Zaktelefoon BLACKBERRY 9320 (4777642);
- 14. 1.00 STK Pas MASTERCARD (4790921);
- 15. 1.00 STK Pas ING (4790927);
- 16. 1.00 STK Pas ABN ABRO (4790931);
- 17. 1.00 STK Pas RABOBANK Europas (4790934);
- 18. 1.00 STK Pas ING (4790938);
- 19. 1.00 STK Pas RABOBANK Wereldpas (4790940);
- 20. 1.00 STK Pas BBVA (4790948);
- 21. 1.00 STK Navigator TOM TOM ONE (4798780);
- 7. 1.00 STK Creditcard Rabocard (4932114).