Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
2. [appellant 2] ,
[Naam 1] en [Naam 2] ,
3. BV MAKELAARSKANTOOR IN ONROERENDE GOEDEREN V/H
advocaat: mr. T.C. Boer te Amsterdam,
1.[geïntimeerde 1] ,
2. [geïntimeerde 2] ,
3. [geïntimeerde 3] ,
allen wonend te [plaats 2] ,
1.1. De zaak in het kort
2.2. Het geding in hoger beroep
[appellanten] . hebben geconcludeerd dat het hof, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
3.Feiten
31.7 Verhuurder is bevoegd voordrachten van een kandidaat-huurder (zonder opgave van reden) te weigeren.
GoedemiddagWij hebben het verzoek voor het wisselen van huurders voorgelegd bij de eigenaren. Zij zijn akkoord met de wisseling met een nieuw kale huur van € 2.200,00. (…)Indien akkoord zullen wij de wisseling doorvoeren en jullie een Allonge doen toekomen. Anders zullen de eigenaren het verzoek afwijzen en de huidige huurders blijven dan verantwoordelijk voor de gehele huur en eventuele (toekomstige) huurachterstanden. (…)
4.4. Beoordeling
in conventieprimair gevorderd dat [appellanten] ., uitvoerbaar bij voorraad, zullen worden bevolen om binnen 24 uur na het vonnis een allonge op te maken, te ondertekenen en ter ondertekening aan hen aan te bieden. Dit zodat de huurrelatie per 1 mei 2023 wordt geformaliseerd waarbij [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] gezamenlijk huurder zijn en [geïntimeerde 4] van haar verplichtingen als huurder is ontslagen, bij gebreke waarvan het vonnis in de plaats zal treden van de allonge, dan wel op straffe van verbeurte van een dwangsom. Subsidiair hebben huurders gevorderd dat [appellanten] . zullen gehengen en gedogen dat [geïntimeerde 1] per 1 mei 2023 feitelijk als huurder/bewoner in de plaats treedt van [geïntimeerde 4] .
in reconventiegevorderd dat [geïntimeerde 1] zal worden veroordeeld om de woning te ontruimen, omdat zij daar volgens hen zonder recht of titel verblijft. Dit op straffe van verbeurte van een dwangsom.
in conventie, [appellanten] . op straffe van een dwangsom veroordeeld om binnen één week een allonge op te maken en door hen ondertekend ter ondertekening aan huurders aan te bieden, waarin [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] per 1 mei 2023 als huurders van de woning zijn opgenomen. De vordering
in reconventieis afgewezen. [appellanten] . zijn in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het anders of meer gevorderde is afgewezen.
Huurders hebben een spoedeisend belang omdat duidelijkheid over hun woonsituatie en de daarmee verband houdende (financiële) huurdersverplichtingen naar hun aard spoedeisend zijn. Het gaat hier om een overeenkomst met een consument, zodat ambtshalve toetsing aan het Europese en het daarop gebaseerde Nederlandse consumentenrecht moet plaatsvinden, in het bijzonder aan Richtlijn 93/13 EG (de Richtlijn oneerlijke bedingen). [appellanten] . worden als handelaren in de zin van deze Richtlijn aangemerkt. Het desbetreffende beding is naar zijn aard te beschouwen als een beding dat is bedoeld om in meerdere overeenkomsten te worden gebruikt en dat doen [appellanten] . ook. Het is daarom geen kernbeding. Namens [appellanten] . is tijdens de zitting ook erkend dat over het beding niet is onderhandeld. Het beding moet als oneerlijk worden aangemerkt, omdat het aan [appellanten] . de mogelijkheid biedt om zonder enige toelichting een voorgestelde huurder te weigeren. Zelfs met argumenten die in strijd zijn met het recht. Op die manier wordt het evenwicht tussen huurders en verhuurder aanzienlijk verstoord, omdat de achterblijvende huurders daarmee volledig zijn overgeleverd aan de grillen van [appellanten] . Het is aannemelijk dat de bodemrechter het beding zal vernietigen. Gevolg hiervan is dat het beding volledig buiten toepassing moet worden gelaten. [appellanten] kunnen geen aanspraak maken op een wettelijke regeling van aanvullend recht. Het is niet aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat de nieuwe huurder zonder recht of titel in de woning verblijft. Daarom wordt de in reconventie gevorderde ontruiming afgewezen, aldus (nog steeds) de kantonrechter.
4.21 Grief 5 slaagt dus evenmin.