Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.
3.Vonnis waarvan beroep
4.Identificaties PGP-adressen en bijnamen
bijlage IIbij dit arrest. De overwegingen uit
bijlage IIzijn op hun beurt weer gebaseerd op de bewijsmiddelen die in
bijlage IIIbij dit arrest zijn opgenomen.
[bijnaam b medeverdachte 6]
“Eindhoven bro kom schatje”. Ongeveer een half uur later antwoordt 8oes:
“Zit in de trein”. Uit de historische verkeersgegevens van *1092 is gebleken dat dit telefoonnummer op 10 september 2014 omstreeks 13.30 uur in [geboorteplaats] is, de woonplaats van de verdachte, en ’s avonds in Eindhoven.
5.Deelname aan een criminele organisatie
‘We gaan er vol tegen aan nu. Geen weg terug’.
‘we moeten gewoon echt gaan zuiveren om ons heen en de boel strakker aantrekken’. [medeverdachte 10] geeft op 29 december 2013 aan [medeverdachte 11] aan:
‘hun hebben al de start knop gedrukt bij onze brada (…) bijna hadden ze weer 1 van ons dus gewoon beginnen als packman pakken wat je kan en dan vallen ze wel weer uit elkaar’en
‘We gaan ze laten schudden als een vulkaan’.
‘To Do’lijst en een aangetroffen notitie.
‘To Do’lijst aangetroffen. De lijst is op 23 maart 2015 aangemaakt en op 7 mei 2015 aangepast. Op de lijst staan onder meer adressen van de moeder en zussen van [slachtoffer 2] (‘ [bijnaam slachtoffer 2] ’), [slachtoffer 5] (‘ [bijnaam slachtoffer 5] ’), [beoogd slachtoffer Dollar] en de broers [achternaam] , althans adressen die met deze personen in verband kunnen worden gebracht.
deelneming aaneen organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr ligt tevens een opzetvereiste van de verdachte besloten. Redelijke wetsuitleg brengt volgens de Hoge Raad mee dat voor "deelneming" voldoende is dat de verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
nee man sinds toen nie meer bro 2 maande”. Uit de combinatie van deze berichten kan het hof evenwel met onvoldoende zekerheid afleiden dat de verdachte al vanaf 9 augustus 2014 heeft meegeholpen aan de zoektocht naar [slachtoffer 2] . Ook in de berichten tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 8] van 20 en 24 augustus 2014, de periode dat er twijfels waren ontstaan over de rol van [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] , ziet het hof onvoldoende aanknopingspunten om bewezen te verklaren dat de verdachte reeds toen een bijdrage aan de organisatie heeft geleverd door [medeverdachte 13, tevens slachtoffer 4] in de gaten te houden.
“(…) Had je nodig maar kan niet op je rekenen alleen avond uren zitten hotel in nl zonder geld niks (…)”.De verdachte stuurt om 20.04 uur naar [medeverdachte 1] :
“Oke waar in nl moet je wat vertellen maar liever niet via tel (…)”. [medeverdachte 1] antwoordt één minuut later:
“Zeg homo deze telss zijn voor dit gemaakt zeg of ga je me weer laten stressen bro”.
: “Die bro van [[bijnaam c medeverdachte 13]] heeft info gekregen dat brada van zo’n jongen [bijnaam slachtoffer 1] nr [[bijnaam c medeverdachte 13]] zocht in bimri en slotermeer en ook nr jou je zou hebben gereden ofso of erbij betrokken zijn (…)”. [medeverdachte 1] reageert:
“Dus die brada van [bijnaam slachtoffer 1] zoekt mij of die brada van [[bijnaam c medeverdachte 13]] ?”.
“Jou en [[bijnaam c medeverdachte 13]] zocht hij in bijlmer en in slotermeer [[bijnaam c medeverdachte 13]] ze brada heeft dat van iemand gehoort dat jullie worden gezocht voor shit wat in zaandam is gebeurt”. [medeverdachte 1] reageert:
“Ja zeg tegen hem ik zoek ook die brada en dat die brada zeker achter de dood zit van ze broertje”, waarna de verdachte zegt:
“Jaa het is denk ik ook zo bro, die brada is ook nu bang voor ze eigen veiligheid man hij ging janken net bij begravenis (…)”. [medeverdachte 1] zegt dan:
“Zeg tegen die brada geef gas op die brada van [bijnaam slachtoffer 1] ”.
“(…) heb je die rs nog ergens gezien bijj jou”. De verdachte reageert:
“Nee man sinds toen nie meer bro 2maande”en
“Bro doe voorzichtig man wil je niet begraven, die brada van [[bijnaam c medeverdachte 13]] zei als die [[bijnaam a medeverdachte 1]] dood is weet je zeker dat t van die [bijnaam slachtoffer 1] ze brada is k kreeg gekke rilling, k kan dr nie aan denken drm verstop je bro hij vroeg om jullie 2 in bimri en slm”.
“Jongen er zijn geen echte mannen in de buurt wollah niemand wilt osdorperweg rondje maken kijken als die rs daar is ga je zien wat er met hem gebeurd”. De verdachte antwoordt:
“Iedereen vreest voor ze leven bro moet je ook weten is faya als je in verhaal word gezet je hebt geen loed niks om te vluchten, k ga kijke tamara voor je, doe t echt alleen voor jou he, maar k ga nie meer doen wil niet dood tamara ga k rondje daar maken voor je”.
“Deze ding had geen bereik luister [naam 2] bolle vraagt je app zeg niks tegen hemw aar ik ben als die zegt zeg was france heb gehoord hij chilt et [achternaam] man bro”. Na een paar uur waarin er kennelijk geen bereik is stuurt [medeverdachte 1] naar de verdachte:
“Ja [naam 2] vroeg je app bolle [naam 2] heb gegeven als die vraagt waar ik ben wat ik doe je weet niks hij wordt vaak gezien met [achternaam] ”.
“zammel je geeft me hartkloppingen, hij was gister alleen, k zeg tegen iedereen je bent moecroe(het hof begrijpt: Marokko)
en tegen sommige zeg k dat k je niet spreek”.
“Die rechercheurs zeggen ook tegen die brada je loopt gevaar”en
“(…) beter niet mee bemoeien alleen jij boeit mij bro als k wat weet zeg k je voor de rest wil niet mee bemoeien is niet mij niveau, en mij probleem”.
“Ga eeens internet cafe osso zoeken in belgie geen antwerpen of brussel en ga alleeen als je met iemand gaat dan hoeft het niet bro max tot 1500 euro ingericht voor jou mij dus en [naam 5] en per direct moet die zijn (…)”.
“Bel is groot bro k ga nu kijken wrm persee bel is nl faya ? Je moet ook denken ben soms bij jou en soms osso moet ook niet te te ver zijn begrijp je kost loed”en
“Jaa k kijk zo voor je als k alleen ben (…) zolang maar niemand weet waar je zit iedereen denkt toch dat je moecroe bent”en
“Jaa k kijk zo voor je help me herinneren k ben ff met iemand wil niet dat ie weet hoe wat”.
“Doe google huis huren in belgie met wie ben je eerlijk als je niet alleen bent niet kijken he en kijk gwn”. De verdachte antwoordt hierop:
“K ben met iemand maar hij kijkt niet heb andere computer voor m gedaan, dat ie niet kan meekijken en vraag bolle waar [plaatsnaam] is huur is 600 euro”. [medeverdachte 1] reageert:
“Wat bolle niemand moet weten kom op man niemand is niemand serieus”.
“Bro onthou ze allemaal ja dan stuur je het straks na dushi niet nu sturen ze is even bezig”. De verdachte antwoordt:
“Nee beter niet man word zeker getapt hele buurt word getapt heb die tel ff uit beter, en niet via die tel man praten ook over osso niet is nie goed nu k deze tel heb”.
“En gooi die andere bb weg want sco2(de rechtbank begrijpt: scotoe, politie)
kan je pijlen met die tel haal andere bb en sim en doe alleen chicks erop begrijp je me?”. Ook dit duidt op wetenschap van de verdachte van het criminele oogmerk van de organisatie.
“Dus bij wie moet k loed pakken”. [medeverdachte 1] zegt:
“Ik ga je zo adres zeggen of morgen (…)”, waarna [medeverdachte 1] om 23.59 uur stuurt:
“Geld halen voor me ochtend bro”. De verdachte vraagt dan:
“Dus je hebt nog niet gekregen (…)”, waarop [medeverdachte 1] zegt:
“Jawel morgen deel 2 bro (…)”. Hieruit volgt dat de verdachte wetenschap heeft van dat [medeverdachte 1] geld krijgt van (een) ander(en).
“Oke bro ik ga zeggen 5 min bij station is blonde wijf in grijze polo zeg moest iets halen van [[bijnaam medeverdachte 9]] ”. Vervolgens blijkt uit het daaropvolgende berichtenverkeer dat de verdachte naar Eindhoven gaat, waar [medeverdachte 1] zich bevindt. Met “ [[bijnaam medeverdachte 9]] ” wordt [medeverdachte 9] bedoeld, die, naast [medeverdachte 1] , ook lid is van de criminele organisatie.
“2500 voor jou”. [medeverdachte 1] vraagt:
“En die andere”. De verdachte antwoordt:
“5”.
“Ik ga morgen kyken dushi lig in bed men zoek eens koper die wat je in je box hebt ? 2 rug”en
“Doe nou maar krijg mini ak hahaha”. De verdachte reageert:
“Hahaha oke mag k m dan gebruiken hahah”. Op de vraag van de verdachte wat een “mini ak” is, antwoordt [medeverdachte 1] :
“AK 47 mini”.
“Probeer die jannoe te seren serieus man niffo 2 rug aub”. Een aantal berichten later stuurt de verdachte naar [medeverdachte 1] :
“Jaa k ga kijken voor je je hoort toch nog 2,5 te krijgen of nie”. Op 18 september 2014 stuurt [medeverdachte 1] naar de verdachte:
“(…) seer die scorp bro hebben we beetje geld serieus”.
6.Bewezenverklaring
bijlagen III en IVbij dit arrest zijn vervat.
7.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
8.Strafbaarheid van de verdachte
9.Oplegging van straf
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaren.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: