Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
forward startingrenteswaps die gingen lopen na het verstrijken van de looptijd van de rentecap.
.
- een maandelijks af te lossen 25-jarige geldlening van € 23,45 miljoen, tegen de 3-maands Euriborrente en een variabele opslag;
- een rekening-courantkrediet van € 13 miljoen tegen de 1-maands Euriborrente met een variabele opslag;
- een investeringskrediet van € 7 miljoen tegen de 1-maands Euriborrente met een variabele opslag;
- twee maandelijks af te lossen Groenleningen van € 2 miljoen en € 4,55 miljoen tegen de 3-maands Euriborrente met een opslag van 0,25% en een looptijd tot en met 31 december 2011 respectievelijk 30 juni 2012.
- twee renteswaps met een looptijd van 1 juli 2007 tot 1 april 2021, een vaste rente van 3,95 % en een hoofdsom van € 12 miljoen respectievelijk € 8 miljoen;
- twee
3.De bepaling van het risico waarvoor de Bank Dekking kan verlangen
4.Wat geldt als Dekking?
7.Wat gebeurt er als er een tekort aan Dekking ontstaat?
cancellation agreementgesloten met betrekking tot de twee bij NIBC afgesloten renteswaps met een hoofdsom van € 8 miljoen respectievelijk € 6 miljoen. Op 24 september 2007 hebben Koninklijke Van Zanten B.V., Fortis en Rabobank een ‘Overeenkomst tot contractsovername’ gesloten met betrekking tot de twee bij Fortis afgesloten renteswaps met een hoofdsom van € 12 miljoen respectievelijk € 9 miljoen. Op 1 oktober 2007 heeft Rabobank deze contractsovername bevestigd aan Koninklijke Van Zanten B.V. die deze bevestigingen op 27 februari 2008 heeft ondertekend.
4.Beoordeling
- een verklaring voor recht dat Rabobank in strijd met haar zorgplicht heeft gehandeld jegens, zo begrijpt het hof, Van Zanten c.s. in verband met (A) het adviseren/aangaan van de renteswaps en/of (B) het in rekening brengen van kosten en/of (verborgen) provisies en/of (C) het adviseren van de renteswaps in combinatie met de onderliggende financiering en/of het noodplan (
- veroordeling van Rabobank tot betaling van schadevergoeding van € 64.661 inzake
- veroordeling van Rabobank tot betaling van schadevergoeding inzake
hedge,€ 16.620.981,
hedge,
overhedge(vordering 4), voor zover vordering 3 niet of niet geheel zou worden toegewezen;
- in verband met de
- veroordeling van Rabobank tot betaling van de kosten ter vaststelling van de schade (
vordering9) en veroordeling overeenkomstig de primaire vorderingen 2 tot en met 8 inzake ongedaanmakings-verplichtingen en/of kosten en/of schade (
vordering 10);
vordering 11), vernietiging van de renteswaps (
vordering 12) en veroordeling van Rabobank tot betaling overeenkomstig de vorderingen 2 tot en met 8 inzake ongedaanmakingsverplichtingen en/of kosten en/of schade (
vordering 13);
vordering 14) en veroordeling van Rabobank overeenkomstig de vorderingen 2 tot en met 8 inzake kosten en/of schade (
vordering 15);
vordering 16) en veroordeling van Rabobank overeenkomstig de vorderingen 2 tot en met 8 inzake kosten en/of schade (
vordering 17);
vordering 18) en veroordeling van Rabobank tot betaling overeenkomstig de vorderingen 2 tot en met 8 inzake kosten en/of schade (
vordering 19).
overhedge, 8.
forward starting, 9. portefeuillehedge (bij andere bank), 10. verborgen provisie, 11. inflexibel product, 12. problemen bij vervroegde aflossing en 13. problemen hij herfinanciering. Zij stelt voorts dat de renteswaps in strijd waren met in de kredietovereenkomsten opgenomen bepalingen over vervroegde aflossing en renteconversie, althans deze frustreerden, zonder dat Rabobank daarvoor gewaarschuwd had.
blend and extend’). KvZ stelt dat de positieve marktwaarde ten onrechte niet is betrokken in de advisering en dat daarover geen duidelijke uitleg is verschaft. Uit de onder 3.12 bedoelde brief van NIBC volgt echter dat Van Zanten c.s., toen NIBC hen de keuze gaven om de NIBC swaps te beëindigen en de positieve marktwaarde te ontvangen of de swaps over te dragen aan Rabobank, dat laatste hebben gekozen. Dit verwijt treft reeds hierom geen doel.
overhegde. Daarvoor geldt als algemeen aanvaard uitgangspunt dat Rabobank als aanbieder van derivaten uit hoofde van haar bancaire zorgplicht de verantwoordelijkheid heeft om ervoor te zorgen dat de rentederivaten wat betreft hun nominale waarde, hun looptijd en hun rentetarief aansluiten bij de onderliggende leningen waarvan het renterisico wordt afgedekt. Dat is een eigen verantwoordelijkheid van Rabobank, die niet wordt weggenomen door de wijze waarop Van Zanten c.s. eerder bij Fortis en NIBC het renterisico hadden afgedekt. Van Rabobank kon worden verwacht dat zij bij het aanbieden van de renteswaps ter voldoening aan de door haar gestelde voorwaarde ervoor zorgdroeg dat deze aansloten op de onderliggende financieringen.
overhegdeis gegrond op de stelling dat het rekening-courantkrediet en het investeringskrediet zich niet lenen voor afdekking met rentederivaten. Volgens KvZ kon daarom een maximale hoofdsom van € 30 miljoen met renteswaps worden afgedekt. Nu minimaal € 35 miljoen werd afgedekt met de renteswaps en de rentecap, is de hoofdsom van de renteswaps volgens KvZ te hoog. Dit betoog stuit reeds af, zoals hiervoor overwogen, op het feit dat de aan het verstrekken van financiering door Rabobank verbonden voorwaarde van afdekking van minimaal 50% van het renterisico met een renteswap betrekking had op het gehele pakket aan financieringen, inclusief het rekening-courantkrediet en het investerings-krediet. Verder heeft Rabobank concreet en onderbouwd toegelicht dat de hoofdsom van de aan Van Zanten c.s. verstrekte financieringen niet lager is geweest dan € 35 miljoen. Vordering 4 zal daarom worden afgewezen.
overhedgekon voortvloeien (aangevoerd kenmerk 7) omdat de hoofdsommen van de swaps vast waren en op de leningen moest worden afgelost en omdat de rentegrondslag van de swaps afweek van die van het rekening-courantkrediet en het investeringskrediet. Dat twee swaps
forward startingwaren (aangevoerd kenmerk 8) is medegedeeld in de offertes.