Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
2.Feiten
Vertrouwensbeginsel
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Beoordeling van het geschil
5.Beoordeling van het geschil in hoger beroep
dooreen fysiotherapeut als bedoeld in artikel 6.17 lid 9 onderdeel c Wet IB 2001. De verklaring spreekt slechts van ‘onder begeleiding van een fysiotherapeut trainen’. Bovendien vermelden de overgelegde facturen ‘fitness’ waarvoor omzetbelasting in rekening is gebracht. Medische behandelingen zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Daar komt bij dat de door belanghebbende overgelegde verklaring niet voldoet aan de daaraan in artikel 39 lid 2 onderdeel d en e Uitvoeringregeling IB 2001 gestelde inhoudelijke vereisten, te weten dat uit de verklaring de aandoening van de patiënt moet blijken die de aanleiding is voor de behandeling en dat bovendien het aantal behandelingen moet worden vermeld dat voortvloeit uit ziekte of invaliditeit. Belanghebbende heeft daarom evenmin aannemelijk gemaakt dat de door hem in 2017 gevolgde fysiofitness kan worden aangemerkt als een behandeling door een paramedicus als bedoeld in artikel 6.19 onderdeel c Wet IB 2001.
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.