Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.2. Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Beoordeling van het geschil
[Hof: zie punt 2.3]geciteerde brief wordt duidelijk vermeld dat de voor 2017 gekozen oplossing geen precedent schept voor een volgend jaar. Naar het oordeel van de rechtbank valt dan ook niet in te zien hoe met deze brief het in rechte te beschermen vertrouwen zou zijn gewekt dat de aanslag voor 2018 op dezelfde wijze zou worden vastgesteld als de aanslag voor 2017. En ook verder heeft eiser geen feiten en omstandigheden gesteld en aannemelijk gemaakt waaraan het door eiser bedoelde vertrouwen had kunnen worden ontleend. De rechtbank merkt daar nog bij op dat eiser het recht op een aftrekpost voor elk jaar aannemelijk moet maken en verweerder bevoegd is daar elk jaar vragen over te stellen of daarnaar een nader onderzoek in te stellen, ook als de aftrekpost veel gelijkenis vertoont met de in een eerder jaar opgevoerde aftrekpost. Het beroep van eiser op het vertrouwensbeginsel faalt. Naar het oordeel van de rechtbank is ook het zorgvuldigheidsbeginsel noch enig ander in het algemeen rechtsbewustzijn levend beginsel geschonden.
5.Beoordeling van het geschil in hoger beroep
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.