ECLI:NL:GHAMS:2023:2898
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolging na overlijden verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 2005, is inmiddels overleden, wat heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte door de rechtbank vrijgesproken was van bepaalde tenlasteleggingen, maar dat het hoger beroep niet ontvankelijk is voor zover het gericht is tegen deze vrijspraken. De rechtbank had eerder op 28 juli 2023 uitspraak gedaan in gevoegde strafzaken, maar het hof komt tot de conclusie dat het recht tot strafvervolging is vervallen door het overlijden van de verdachte, zoals bevestigd door een akte van overlijden van 16 oktober 2023. Het hof heeft de beslissingen van de rechtbank vernietigd, voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen waren, en heeft het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte voor de ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de griffier aanwezig was. Mr. M. Jeltes was niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.